dinsdag 25 november 2008

25 november

Een ietwat langere tekst, maar lees het vooral: het is mijn bijdrage voor 25 november; de internationale dag voor uitbanning van geweld tegen vrouwen.


Deze zomer ging ik drie maand naar Guatemala om er mijn onderzoek te doen omtrent de sociale positie van vrouwen in Guatemala en hoe de stijgende femicide (of vrouwenmoorden puur gebaseerd op hun vrouw-zijn, met dus een duidelijk misogyne (haat-tegen-de-vrouwen) inslag) aan deze sociale positie te koppelen valt. Bovendien wou ik hiermee gepaard ook onderzoeken welk antwoord de staat hier (niet) op geeft: waarom blijven zoveel vrouwenmoorden onopgelost? Waarom komt er geen sterke veroordeling van dit geweld vanuit zowel de hoek van de staat als vanuit de hoek van de burgermaatschappij?

Van de reeds meer dan 3.567 vrouwenmoorden, die let wel volgens de officiële statistieken, tussen 2001 en september 2008 gebeurden in Guatemala, zijn er slechts 15 moorden die daadwerkelijk tot een veroordeling leidden. En let op: het daadwerkelijke aantal vrouwenmoorden ligt zonder twijfel nog veel hoger dan de officiële data die wegens gebrek aan statistische informatieverzameling en – analysemethodieken nooit echt officieel geregistreerd kúnnen worden.

15 op 3567, dat is toch ongelooflijk?

Groot was mijn hoop dan ook toen ik eind augustus 2008 met enkele advocaten van Sobrevivientes meeging naar een zaak die met hulp van ‘onze’ advocaten eindelijk voor het hooggerechtshof gebracht werd. Het ging in dit geval om een 6-jarig meisje, Catherine Michele, uit een gezin van 7 kinderen, wiens moeder helemaal alleen instond voor opvoeding en onderhoud van het gezin daar de vader alcoholicus was. Wanneer moeder uit werken ging, waren de kinderen dus alleen thuis. Het was dan ook niet eigenaardig dat zij vaak de straat op gingen om daar met andere kinderen uit de (arme) buurt waar zij leefden te spelen - om toch maar iets aan het armtierige leven in hun huisje te ontsnappen.

Toen haar moeder op een avond thuiskwam van het werk vond zij Catherine Michele niet. Ze zocht wat rond in de buurt, vroeg achter haar bij de buren, die haar wisten te vertellen dat Catherine Michele bij enkele kinderen uit de buurt aan het spelen was. Dit was niet abnormaal, en moe na een afpeigerende dag viel de moeder in slaap. De volgende dag was Catherine Michele er nog steeds niet en dat verontrustte de moeder. Zij trommelde enkele buren op om achter samen met haar achter Catherine te zoeken, goed wetende dat als zij niet opdaagde in de bakkerij waar zij elke dag meer dan 12 uur werkte, ze ontslagen zou worden. In de vooravond, na een dag zoeken, ging zij met een vriendin naar de politie om te zeggen dat haar dochter verdwenen was (en al bijna meer dan 24 uur). Gelukkig vond de politie dat een reden om haar te gaan zoeken (want vanaf er een aanklacht komt raden ze toch steeds maar aan om ‘nog een dag te wachten’, wat er vaak op neerkomt dat het tegen dan al te laat is..). Twee uur later vonden zij het levenloze lichaampje van Catherine Michele terug, gezicht onherkenbaar gebruisd en bebloed, op een t-shirt na volledig naakt, benen open en met plukken haar in haar anus en vagina die onmogelijk van haar konden zijn.

Het ging hier duidelijk om verkrachting die uitmondde in de dood; wat volgens de wet van april 2008 tegen femicide genoeg reden was om deze zaak als femicidezaak voor de rechter te brengen.

Toen de politie dit aan de moeder vertelde, werden algauw twee jongens verdacht. Maar met haar grieven kon ze nergens heen (staatsinstituties die echte hulp aan slachtoffers van allerlei soorten van geweld bieden bestaan, maar zijn niet gekend, kennen een tekort aan werkingsmiddelen en zijn bovendien ook vaak belast met nog andere taken dan slachtofferhulp). Uiteindelijk kwam ze aankloppen bij de organisatie waar ik werkte (Fundación Sobrevivientes), waar ze een hand boven haar hoofd geboden kreeg.

Met behulp van informatie van buren, een reconstructie die ik zelf mocht bijwonen en hulp van het Openbaar Ministerie (belast met onderzoek naar moorden) werden de volgende feiten gereconstrueerd:

Twee jongens uit haar buurt, van respectievelijk 21 en 23 jaar, zagen in de late namiddag Catherine Michele voorbijstappen en riepen haar met de vraag of zij niet achter twee pakken sigaretten voor hen kon gaan. Ze kreeg dan 1 Quetzal voor de moeite (tien eurocent). Waarna het meisje zich richting winkel repte. Toen zij terugkwam zeiden de jongens dat zij haar die quetzal wel gingen geven, ze moest gewoon maar eens met hen meegaan. Ondertussen was in het dorp de elektriciteit uitgevallen, wat wel vaker gebeurt in Guatemala Stad.

De jongens namen haar mee naar een doodlopend steegje, waar ze haar hoofd op een ‘borduur’ gelegd hebben, na haar mond eerst met een doek te snoeren. Daar is zij door beide mannen zowel vaginaal als anaal verkracht. Het meisje stierf door verstikking: aangezien haar gezicht op de ‘borduur’ lag en zij zich niet kon bewegen, was haar gezicht bij het terugvinden onherkenbaar verminkt van het herhaaldelijke slaan van haar hoofd tegen de borduur.

De jongens werden gearresteerd door de politie en in afwachting van hun proces in de gevangenis gestopt.

Ik kreeg de kans om hun proces bij te wonen. Een proces, dat echter verspreid liep over een tweetal maanden, waardoor ik er helaas niet bij was toen hun straf werd uitgesproken (toen was ik al terug in België). Wat mij meteen opviel is dat de rechters (het tribunaal), met daarin twee vrouwelijke rechters en één mannelijke, maar wat zaten te gapen toen de getuigen werden gehoord.

Zeer herhaaldelijk werd de moeder van het slachtoffer met de vinger gewezen: waarom had ze zo lang gewacht om aanklacht te doen? Waarom is ze die avond zelf niet achter haar dochter gaan zoeken? Wat gemakkelijkerwijs vergeten wordt, is dat de vader evengoed schuldig was (maar hij had een drankprobleem, een gemakkelijk excuus dus) en nog meer: dat de jongens amper beschuldigd werden noch hard op de rooster gelegd (terwijl alles wel in hun richting wees).

En dat is zo typerend voor de gang van justitie in Guatemala: vrouwen worden ‘gereculpabiliseerd’. Zij moeten zowizo al zovele barrières overbruggen om hun rechten op te eisen bij de statelijke instituties die belast zijn met onderzoek: zoals het openbaar ministerie, politie, gerecht. En wanneer zij die barrières eindelijk overwinnen, wordt hen dan nogmaals de schuld in hun eigen schoenen geschoven in plaats van bij de daadwerkelijke daders.

Ik ga nooit vergeten hoe de moeder, toen haar getuigenis door de rechters werd gehoord letterlijk zei ‘er moet gerechtigheid komen, ik smeek het u, ik smeek u dat deze daders bestraft worden’. Zo gaat dat dan, bij ons is het een evidentie, een algemeen recht - in Guatemala moet men achter gerechtigheid smeken.

Een week geleden kreeg ik het verdict te horen: slechts één van de mannen kreeg een straf van 12 jaar. De andere werd vrijgelaten wegens ‘gebrek aan bewijzen’.

De wereld draait zot: hoe is het mogelijk dat in 2008 nog steeds zo’n hartgrondige discriminatie tegen vrouwen blijft bestaan, dat daders niet bestraft worden, dat onderzoeksprocessen verkeerd verlopen waardoor bewijsmateriaal verloren gaat, dat huishoudelijk geweld niet veroordeeld wordt, dat vrouwen niet weten waarheen wanneer hen of hun familie iets overkomt, dat wanneer in de media foto’s verschijnen van verminkte en vermoorde slachtoffers van geweld er geen krachtige veroordeling komt van zowel staat als maatschappij, dat de media zelf profiteren van het leed van de slachtoffers om sensationele artikels te maken waarbij, opnieuw, de schuld in de schoenen van de slachtoffers geschoven wordt.

Vrouwen zijn tweederangsburgers. Geweld wordt getolereerd en al vanaf de prille socialisatie van een kind meegegeven als een geschikte manier om geschillen op te lossen.

Het is 25 november vandaag. Internationale dag tegen geweld tegen vrouwen. Ik hoop dat ze daar in Guatemala furieus zijn over het onrecht dat de moeder uit ‘mijn rechtszaak’ werd aangedaan. 25 november: Mijn verjaardag. Het mooiste cadeau is dat jullie dit gelezen hebben en hopelijk vergeten jullie het ook nooit meer. Stop geweld tegen vrouwen, overal ter wereld!

vrijdag 3 oktober 2008

Fotooo


Copan ruinas (Honduras)


Garîfuna, Livingston


Rio Dulce


Tikal Ruinas


Copan en mijn Duits vriendje voor een dag

laatste loodjes

Ondertussen is het al bijna een maand of zo geleden dat ik hier nog eens iets schreef. Logisch, want als je eindelijk je draai vind heb je geen tijd om nog verslagjes te schrijven, en gaat de tijd veel te rap voorbij. De laatste weken heb ik dan ook nogal chaotisch doorgebracht, een interviewtje hier, informatie gaan verzamelen daar, kopiëren, interpreteren, whatever. En dan volgde de reis. Hoewel mam en pap er niet gerust in waren (Rio Dulce? Waar die Belgische toeristen enkele maanden geleden ontvoerd zijn?) was alles meer dan perfect. Ondanks onheilspellende berichten van een in aantocht zijnde orkaan die nogal heel wat regen met zich mee zo brengen, heb ik van de regen enkel ’s nachts ‘last’ gehad.
Mijn reisje voerde mij, in bus (hoe kan het ook anders), naar Chiquimula, van daaruit naar de Maya-ruïnes van Copan (Honduras), naar Río Dulce (een ‘rivier’ die eerder de naam ‘meer’ zou moeten meekrijgen) en van daaruit naar Livingston, een Garifuna-enclave die enkel per boot bereikbaar is en waar een typisch Caraïbisch sfeertje heerste. A la, kijk uit malloot, een kokosnoot dus. Te veel om op te noemen wat ik daar gedaan heb, hoe relax ik was, hoe fantastisch alle hostals wel niet waren alsook de mensen die je tegenkomt als je alleen reist.
Vanuit Livingston ging het dan richting uiterst noorden van het land (een busrit van zo’n 10 uur vanuit de hoofdstad) om daar de toeristische must-be, de ruïnes van Tikal, te bezoeken.
Kortom, een weekje om niet te vergeten, goed begin om mijn laatste week hier in Guatemala in te zetten (met daartussen waarschijnlijk nog een reisdagje èn het begin van het Sociaal Forum van Amerika in onze hoofdstad).

Dit zal dus waarschijnlijk mijn laatste verslagje zijn.
Een groet, een kokosnoot en een vleugje reggeaton.

woensdag 17 september 2008

semuc Champey


Op weg...





Marimbadansen


Alan, ik en Rootman

Semuc Champey

Hallo daar.

Er worden er hier twee weekjes aangebreid, en ik zal ze kunnen gebruiken want wil nog veel te veel zien vooraleer ik vertrek.

Dit weekend ben ik naar Semuc Champey geweest, ik probeer enkele fotootjes up te loaden, maar je kan er van op aan dat het daar prachtig is, een rivier met een soort natuurlijke zwembadjes midden in het groen tussen de bergen en onder een stralende hemel. We hadden het geluk in het aangename ‘hotel’ van de nonkel van Rootman, een van de advocaten, te mogen slapen. Diezelfde nonkel is eveneens eigenaar van een heus grottencomplex, waar we met kaarsjes in de hand en al zwemmend en klimmend binnen gegaan zijn. Een avontuur, zeker als ze voor de ‘fun’ alle kaarsjes doven en je helemaal alleen in het donker moet zwemmen, enkel wetend dat waar je moet belanden ‘ergens rechtdoor’ is. Adrenaline-opstoten waren niet te tellen, als je in de grot een waterval moet beklimmen en haast platgeslagen wordt door de kracht van het water, als je van een rots van drie meter hoog naar beneden in het donker moet springen, enkel wetend dat daar diep water wacht, als je in een duizelingwekkende watervalachtige tube moet springen omdat je te voet niet kan afdalen en ze je waarschuwen ‘toch maar naar links te zwemmen in het geval dat het moest mislopen’. Waterkracht, dat is echt niet te onderschatten. Enfin, mijn kaarsje is meer dan één keer uitgegaan en mijn benen zullen het geweten hebben: scharten, schrammen, blauwe plekken, deuken, en voeg daar nog eens de bulten van alle mogelijke insectebeten aan toe en je hebt enig idee van hoe de battlefield van mijn benen er uit ziet. Verder waren er zalige trapezes over de rivier gehangen, beeld je eens een slinger van om en bij de twintig meter in, waarna je je op het hoogste punt in de rivier laat vallen… Gewoon zalig. Verder ook nog motorbootjes, opgeblazen banden om je met de stroming mee te laten glijden, hangmatten, marimbamuziek, een prachtig landschap, gezelschapspelletjes, een goed bed èn een zotte nonkel in en je hebt een doorsnede van mijn weekend.

Maandag was het hier ‘dag van de onafhankelijkheid’ en dat zullen we geweten hebben toen we naar huis terug wouden keren zondagavond. Ongelooflijk veel ‘torchas’dragers, die al rennend fakkels in de handen dragen en die naar de hoofdstad brengen om daar een groot vuur aan te steken, aangevuurd door een camionette met school/werk/huis genoten en natuurlijk, onvermijdelijk, ontelbaar veel Guatemalteekse vlaggetjes. Het is hier deels de gewoonte om als je die voorbijrijdt je flessen met water over hen uit te kieperen. Hilarisch, zelfs als het om gewoon dreigen met een lege fles gaat. Maandagochtend waren de straten zelf vol muziekgroepen, bandas genaamd, bestaande uit majoretten, tamboers, trompetten, xylofoons, bombardons, vlaggendragers enzovoort. Elk colegio (college, school) heeft zijn eigen banda, en allen paseren voor het presidentieel paleis om een glimp van een wuivende Alvaro Colom op te vangen. Ocharme de man, die moest in totaal zo’n 16 uur op zijn stoeltje blijven zitten om elkeen te groeten. Natuurlijk gaat dit gepaard met een wedstrijd van ‘beste banda’, ’s avonds afgsloten door vuurwerk op kweetniethoeveel plaatsen. Voeg hier nog eens een stralende zon aan toe, ontelbaar veel eetstandjes, suikerspinverkopers, verkopers van vanalles en nog wat, ijsjes, granizadas (ik zweer dat ik deze ga introduceren in België: niets anders dan crushed ice met grenadine in verschillende smaken, aardbeien, braambessen, chocolade en gecondenseerde melk… en dat alles voor 50 cent, olé!) en je hebt een beeld van hoe het was.

Verder is ook mijn laatste onderzoeksweek ingezet en wat ervoor een constante was (moeilijkheden om afspraken te maken) blijft dezelfde constante, maar literatuur heb ik zeker genoeg en interviews ook wel.

Vanaf maandag of dinsdag resten mij dus nog enkel tien daagjes ontspannen, rondreizen, en daarna stilletjes terug te keren naar de hoofdstad, hier een afscheidsfeestje te geven, nog enkele souveniertjes te kopen en terug te keren.. het zal er rapper zijn dan ik wil.

Saludos.

(en lees hier de blog van Geertrui)

maandag 8 september 2008

Ik leef nog

Twee weken in één, geen idee meer waarom ik geen tijd had om niet te schrijven, maar ik had dus geen tijd.

Beginnen bij het einde. Vandaag (vrijdag, maar de moment dat ik dit op de blog publiceer is het alweer maandag) is Geertrui vertrokken richting Chiquimula (later een linkje naar haar blog) en ik ging nog even enkele instituties binnenspringen om mijn oor te luisteren te leggen en een beetje literatuur te bedelen. Toen de ‘documentatiecentrumman’ beneden kwam bekeek hij mij eens aandachtig en vroeg toen: “Europea?”.
Jaja, zei ik. Ik ben Europese, Europa, België.
“Aha”, zei de man , ‘ik ben ook van België”. Maar dat dan in het Spaans.
Aha, zei ik.
“Van het Vlaamse deel van België?”, vroeg de man.
Ja, zei ik.
“Aha, ik ook” zei de man, nog steeds in het Spaans. “En welke universiteit?”
Die van Gent, zei ik.
“Gent”, zei de man, “daar heb ik ook gestudeerd” (maar dan in het Spaans).
Aha, zei ik, en uit welk dorp bent u dan?
“Deinze”, zei de man.
Ik ook!!!!
“ ’t is niet waar?” (pas op, nog steeds in het Spaans).
Uhu, jawel!
En dan, eindelijk, in het (half)Nederlands: ik heb in de Oostmeersdreef gewoond, in Herpinsakker, in de Pelikaanlaan.

Dit, plus de blikken van zijn medewerkers: goud waard!!

On-ge-loof-lijk toch? Duizenden kilometers van huis opeens een stadsgenoot tegenkomen, wiens neef dan ook nog eens in Astene blijkt te wonen en de eigenaar is van de Zwarte Vos.

Vorige week dan: een hectisch weekje met een nog hectischer einde, zijnde Lucio met acute appendixontsteking opgenomen in het ziekenhuis. Tegelijkertijd kwam Esteban, de vorige bewoner van mijn kamer, aan in Guatemala om twee dagen later opnieuw te vertrekken. Passing by, heet dat dan. Vrijdagnacht na een concert, including vuurwerk, (te) lang op de stoep staan babbelen met Alan en Claudia, om thuis te komen en er een minifeestje van wel de volle tien man aan te treffen om de thuiskomst en het vertrek van Esteban te vieren. Lawijtmakers.

Zaterdag opgestaan en in mottige pyama de trap afgedaald om daar wel zeker 8 familieleden van Lucio aan te treffen in de living, die hem later de dag wouden bezoeken in een fameuze ‘zona roja’ (rode zone; alert alert!!). Verwondering alom toen ik hen toonde hoe onze wasmachine werkte (de familieleden van Lucio zijn, ter herinnering, inheemsen uit een of ander dorp waarvan de naam mij nu ontglipt, en hadden tot dan toe nog nooit een wasmachine van dichtbij gezien.) . Ik moest wel even slikken bij de evidentie van wasmachinegebruik voor mij, in vergelijking met het uur wasmachinestaren (tot de was gedaan is) door de vrouwelijke helft van Lucio’s familie. De zaterdag dan, na het bezoeken van Lucio in het ziekenhuis, een of ander Guatemalteekse delicatesse gaan proeven (gefrituurd varkensvel, njam) om ’s middags te eindigen op een minikermis, in de vooravond te crashen in het bed van Alan en Claudia, en de nacht paranoia door te brengen op (alweer) de stoep. Paranoia, omdat Alan en Alejandro overal politie, drugsdealers, dieven en verdachten zagen. Zonder overdrijven. Ik mocht zelfs niet alleen naar huis stappen terwijl we amper tweehonderd meter van elkaar wonen..

Deze maandag wakker geworden om in de living de mama van lucio tegen te komen die keihard aan het wenen was. Bleek dat de neef van Lucio zondagnacht doodgeschoten is, zoals zeer vaak in Guatemala stad zonder reden, puur omdat hij (receptionist in een of ander drive-in hotel) geen kamers meer had. Ze hebben hem opgewacht en neergeknald. Voor niets. Nu, ze fluisteren wel dat dat hotel linken had met narcotrafiek en/of een eerder negatieve reputatie had (als u weet dat het hotel Kama Sutra heet..), maar dat is natuurlijk helemaal geen reden om iemand neer te knallen. Logisch dus dat ik maandag heel de dag half verdoofd en vooral zeer emotioneel liep. En dat ze dit niet gaan aanklagen wegens een broekschijtergetuige (gezien de corruptie, verdoken groepen, schrik voor de politie enzo eigenlijk helemaal niet verbazingwekkend dat ze schrik hebben…). Voeg daar nog eens aan toe dat ik maandag weer een reconstructie heb bijgewoond van een feminicidezaak èn bovendien deze ook in de rechtbank aan het volgen ben, en je weet hoe (slecht) ik mij voelde toen we rond vier uur…. eindelijk Geertrui gingen oppikken aan de luchthaven met haar persoonlijke privétaxi! Ik, kampend met een Acuut Nederlands Spraakgebrek, probeerde haar dan maar mee te tronen naar Sobrevivientes en alles een beetje te expliqueren – raargenoeg vlotte dat Nederlands in den beginne echt niet goed. Dinsdag was het vooral een slecht idee om Geertrui taco’s te laten eten, het gevolg laat zich al raden… net als ik de eerste dagen, ook hier de typische buikklachten.

Ok, geen zin meer om verder te typen. Ik moet nog wat werken ook.

De interviews lopen vlot, maar het ritme waarop de interviewafspraken gemaakt worden is al heel wat minder vlot: bellen, uitstellen, verleggen, niet thuis zijn, bahbah.

Verder nog heel wat Spannend Nieuws:

- Er is zowaar een coup gepleegd op de Presidente de la República Guatemalteka Alvaro Colom, door zijn chef veiligheid met hulp van het leger. Nu was die chef veiligheid al een of ander louche kereltje met 8 (!!!) zaken tegen hem lopend binnen enkel Sobrevivientes alleen al (wegens verkrachting, aanranding). Vanzelfsprekend kon nooit iets tegen hem ondernomen worden want macht in Guatemala staat gelijk aan immuniteit en de garantie van blijvende straffeloosheid. In dat opzicht is de ‘coup’ goed nieuws, want elk detail dat helpt om hem zwart te maken zal bijzonder warm welkom geheten worden door Colom. Colom, tijdens publieke speeches voorzien van een bijzonder talent om vlot voor te komen, maakte op de radio nogal een geslagen indruk en sprak van een groot spionagecomplot tegen hem (feit: chef veiligheid had microfoontjes, cameraatjes en meer van dat moois in het presidentiële huis verstopt, de snoodaard). Ik hou jullie verder op de hoogte

- Zijn er deze week opeens drie mensen, die ergens via via met mij gelinkt zijn, vermoord. Niet dat ik ze persoonlijk ken, maar mensen die ik ken doen dat wel. Freaky, schrikwekkend en emotionante.

- Ben ik letterlijk buiten gestuurd in de rechtbank door de rechter (of beter: rechtster) omdat ik stiekem een sandwich aan het eten was.. en dit nochtans na vragen of dat wel mocht aan mijn buurman. Hilariteit alom achteraf door alle aanwezige Sobrevivientesleden, maar ik voelde alleen maar diepe diepe schaamte en een totaal misplaatste trots die maakte dat ik niet meer in de rechtzaal terug wou keren...

- Is mijn portefeuille, met daarin identiteitskaart, studentenkaart en geld, gepikt door een stomme snoodaard op de bus, waarvan Geertrui en ik meteen wisten dat ie niet deugde. Ondanks het feit dat ik mijn rugzak op mijn buik had en we toch wel alert waren.. Gewoon nog nooit zo een volle bus gehad, en duwen en trekken en wringen en wrijven is dus zodanig doodgewoon dat je niets voelt. Bij het naar-politie-gaan-om-aangifte-te-doen nog eens geconfronteerd met het Guatemala-derde-wereldgevoel: een typmachine naast een computer die niet werkte (en als decoratie diende, zei de officier, ha ha ha…). Een half uur wachten en antwoorden op alle niet-relevante vragen van de politie (gaande van: vanwaar zijt gij, welke talen spreekt gij, en totaal niets vragen mbt waar, wanneer, hoeveel, wat gestolen is. In den beginne toch niet) later, blijkt hij één foutje getypt te hebben, en besluit om heel de santenboetiek nogmaals over te typen omdat een verbeterd foutje niet geldig is hier. Resultaat: nog een half uur wachten. Pfft!

- Hebben we er een huisgenoot bij: de broer van Lucio van 16 jaar uit die hier in de hoofdstad zijn stage komt doen, en vooral heel goed voor zijn broer zorgt

- Heeft onze kat haar kuren (vraag maar aan Geertrui..) wat maakt dat ze constant miauwt (en constant: dat is dag en nacht, en hoogst klaaglijk en irritant), overal plast en overal binnenglipt. Mijn kamer is al meer dan een keer gezegend met een zeer, euh, penetrante geur.

- Bleek ‘studente’ Carmen een 50jarige en gezette huismoeder te zijn.

De thesis dan, die was deze week wat minder, maar zal volgende week zoveel te meer zijn. De literatuur is verzameld, nu nog enkele interviews, een nieuwe tocht naar Iberia om te kijken of mijn vlucht verlengd kan worden, en dan hopelijk nog een paar dagen reizen alvorens te vertrekken. Ongelooflijk hoe rap het alweer niet gaat. Binnen minder dan een maand ben ik alweer thuis…

Hasta la proxima,

dinsdag 26 augustus 2008

eind augustus... reeds

Een nieuw verslagje, weinig zin en weinig tijd om veel te schrijven dus ik hou het deze keer (echt!) kort.

Maandag en dinsdag waren uitlopers van ziekjes zijn. Veel zakdoeken vol gesnoten. Veel melk met honing gedronken. En thee. Woensdag gaan supporteren voor Guatemala. Ze speelden zwak en verloren, tegen de Verenigde Staten van Amerika die zo mogelijk nog slechter speelden maar wel een goal maakten – ook al heeft niemand echt bewust gezien hoe werd gemaakt. Veel lelijke woorden bijgeleerd. Guatemalteken zijn zot als het op supporteren aankomt, de waves en toeters, de op en neer bewegende rijtjes, de vlaggen op de kaken, de blauw-wit gemanicuurde nagels, de bandana’s en hoedjes waren niet te tellen. En ze kunnen allemaal de nationale hymne uit het hoofd, met het hand op het hart. En vanzelfsprekend was het de arbiter zijn schuld dat ze verloren. En ik was de gringa uit het gezelchap.

Donderdag en vrijdag enkele organisaties in het nationale paleis bezocht. Het nationale paleis is een beetje van een doolhof.

Vrijdag in de vooravond doorgebracht op de top van ons dak. Daarna eens goed uitgegaan. Salsa proberen dansen. Te vroeg naar huis gekeerd (om 1 uur sluit alles, altijd, verplicht).

Zaterdag naar Antigua gegaan (wetenschappelijke boekenwinkel willen bezoeken) om te constateren dat die niet open was. Toen ik naar huis wou met de bus vlug nog een plaspauze ingelast in het eerste beste cafe waar ik moest wachten op een bezet toilet, en opeens Nadine buitenkwam. Ik mocht terugrijden met Nadine. Op weg naar huis nog twee mensen tegengekomen die ik de vrijdag had leren kennen en per ongeluk ook in Antigua waren. Hoe klein kan de wereld zijn.

Thesiscrisis gehad toen Nadine me opeens begon te vragen wat ik in ’s hemelsnaam aan het onderzoeken was, dat iets als feminicide helemaa niet bestaat, een constructie is van een bende lesbische feministen, en dat ik mij de hele tijd in die feministische kringen begeef ik gebrainwashed wordt en dus dringend eens een boek van haar moet lezen.

Zaterdag vervroegd bed ingekropen met thesisstress. Zondag opgestaan om te genieten van een prachtige, hete dag. Een beetje gekalmeerd door Caren. Samen koken met de huisgenoten en samen te relaxen op het terras, afgesloten met een ijsje en een filmpje. Meer moest dat niet zijn.

Wat betreft de thesis – die resulteert in een emotionele thesiscocktail, including de ups (ik ben goed bezig! Yes!) als downs (ik heb nog niet veel, uiteindelijk herhaal ik steeds wat ik reeds las, breng ik niet echt iets nieuws aan, en begeef ik mij (??) te vaak (??) in feministische kringen?). Maar de interviews zijn begonnen, de ene al interessanter dan de andere, en Carmen is eindelijk (!) gelokaliseerd.

Voila, week voorbij. Tot volgende!