dinsdag 25 november 2008

25 november

Een ietwat langere tekst, maar lees het vooral: het is mijn bijdrage voor 25 november; de internationale dag voor uitbanning van geweld tegen vrouwen.


Deze zomer ging ik drie maand naar Guatemala om er mijn onderzoek te doen omtrent de sociale positie van vrouwen in Guatemala en hoe de stijgende femicide (of vrouwenmoorden puur gebaseerd op hun vrouw-zijn, met dus een duidelijk misogyne (haat-tegen-de-vrouwen) inslag) aan deze sociale positie te koppelen valt. Bovendien wou ik hiermee gepaard ook onderzoeken welk antwoord de staat hier (niet) op geeft: waarom blijven zoveel vrouwenmoorden onopgelost? Waarom komt er geen sterke veroordeling van dit geweld vanuit zowel de hoek van de staat als vanuit de hoek van de burgermaatschappij?

Van de reeds meer dan 3.567 vrouwenmoorden, die let wel volgens de officiële statistieken, tussen 2001 en september 2008 gebeurden in Guatemala, zijn er slechts 15 moorden die daadwerkelijk tot een veroordeling leidden. En let op: het daadwerkelijke aantal vrouwenmoorden ligt zonder twijfel nog veel hoger dan de officiële data die wegens gebrek aan statistische informatieverzameling en – analysemethodieken nooit echt officieel geregistreerd kúnnen worden.

15 op 3567, dat is toch ongelooflijk?

Groot was mijn hoop dan ook toen ik eind augustus 2008 met enkele advocaten van Sobrevivientes meeging naar een zaak die met hulp van ‘onze’ advocaten eindelijk voor het hooggerechtshof gebracht werd. Het ging in dit geval om een 6-jarig meisje, Catherine Michele, uit een gezin van 7 kinderen, wiens moeder helemaal alleen instond voor opvoeding en onderhoud van het gezin daar de vader alcoholicus was. Wanneer moeder uit werken ging, waren de kinderen dus alleen thuis. Het was dan ook niet eigenaardig dat zij vaak de straat op gingen om daar met andere kinderen uit de (arme) buurt waar zij leefden te spelen - om toch maar iets aan het armtierige leven in hun huisje te ontsnappen.

Toen haar moeder op een avond thuiskwam van het werk vond zij Catherine Michele niet. Ze zocht wat rond in de buurt, vroeg achter haar bij de buren, die haar wisten te vertellen dat Catherine Michele bij enkele kinderen uit de buurt aan het spelen was. Dit was niet abnormaal, en moe na een afpeigerende dag viel de moeder in slaap. De volgende dag was Catherine Michele er nog steeds niet en dat verontrustte de moeder. Zij trommelde enkele buren op om achter samen met haar achter Catherine te zoeken, goed wetende dat als zij niet opdaagde in de bakkerij waar zij elke dag meer dan 12 uur werkte, ze ontslagen zou worden. In de vooravond, na een dag zoeken, ging zij met een vriendin naar de politie om te zeggen dat haar dochter verdwenen was (en al bijna meer dan 24 uur). Gelukkig vond de politie dat een reden om haar te gaan zoeken (want vanaf er een aanklacht komt raden ze toch steeds maar aan om ‘nog een dag te wachten’, wat er vaak op neerkomt dat het tegen dan al te laat is..). Twee uur later vonden zij het levenloze lichaampje van Catherine Michele terug, gezicht onherkenbaar gebruisd en bebloed, op een t-shirt na volledig naakt, benen open en met plukken haar in haar anus en vagina die onmogelijk van haar konden zijn.

Het ging hier duidelijk om verkrachting die uitmondde in de dood; wat volgens de wet van april 2008 tegen femicide genoeg reden was om deze zaak als femicidezaak voor de rechter te brengen.

Toen de politie dit aan de moeder vertelde, werden algauw twee jongens verdacht. Maar met haar grieven kon ze nergens heen (staatsinstituties die echte hulp aan slachtoffers van allerlei soorten van geweld bieden bestaan, maar zijn niet gekend, kennen een tekort aan werkingsmiddelen en zijn bovendien ook vaak belast met nog andere taken dan slachtofferhulp). Uiteindelijk kwam ze aankloppen bij de organisatie waar ik werkte (Fundación Sobrevivientes), waar ze een hand boven haar hoofd geboden kreeg.

Met behulp van informatie van buren, een reconstructie die ik zelf mocht bijwonen en hulp van het Openbaar Ministerie (belast met onderzoek naar moorden) werden de volgende feiten gereconstrueerd:

Twee jongens uit haar buurt, van respectievelijk 21 en 23 jaar, zagen in de late namiddag Catherine Michele voorbijstappen en riepen haar met de vraag of zij niet achter twee pakken sigaretten voor hen kon gaan. Ze kreeg dan 1 Quetzal voor de moeite (tien eurocent). Waarna het meisje zich richting winkel repte. Toen zij terugkwam zeiden de jongens dat zij haar die quetzal wel gingen geven, ze moest gewoon maar eens met hen meegaan. Ondertussen was in het dorp de elektriciteit uitgevallen, wat wel vaker gebeurt in Guatemala Stad.

De jongens namen haar mee naar een doodlopend steegje, waar ze haar hoofd op een ‘borduur’ gelegd hebben, na haar mond eerst met een doek te snoeren. Daar is zij door beide mannen zowel vaginaal als anaal verkracht. Het meisje stierf door verstikking: aangezien haar gezicht op de ‘borduur’ lag en zij zich niet kon bewegen, was haar gezicht bij het terugvinden onherkenbaar verminkt van het herhaaldelijke slaan van haar hoofd tegen de borduur.

De jongens werden gearresteerd door de politie en in afwachting van hun proces in de gevangenis gestopt.

Ik kreeg de kans om hun proces bij te wonen. Een proces, dat echter verspreid liep over een tweetal maanden, waardoor ik er helaas niet bij was toen hun straf werd uitgesproken (toen was ik al terug in België). Wat mij meteen opviel is dat de rechters (het tribunaal), met daarin twee vrouwelijke rechters en één mannelijke, maar wat zaten te gapen toen de getuigen werden gehoord.

Zeer herhaaldelijk werd de moeder van het slachtoffer met de vinger gewezen: waarom had ze zo lang gewacht om aanklacht te doen? Waarom is ze die avond zelf niet achter haar dochter gaan zoeken? Wat gemakkelijkerwijs vergeten wordt, is dat de vader evengoed schuldig was (maar hij had een drankprobleem, een gemakkelijk excuus dus) en nog meer: dat de jongens amper beschuldigd werden noch hard op de rooster gelegd (terwijl alles wel in hun richting wees).

En dat is zo typerend voor de gang van justitie in Guatemala: vrouwen worden ‘gereculpabiliseerd’. Zij moeten zowizo al zovele barrières overbruggen om hun rechten op te eisen bij de statelijke instituties die belast zijn met onderzoek: zoals het openbaar ministerie, politie, gerecht. En wanneer zij die barrières eindelijk overwinnen, wordt hen dan nogmaals de schuld in hun eigen schoenen geschoven in plaats van bij de daadwerkelijke daders.

Ik ga nooit vergeten hoe de moeder, toen haar getuigenis door de rechters werd gehoord letterlijk zei ‘er moet gerechtigheid komen, ik smeek het u, ik smeek u dat deze daders bestraft worden’. Zo gaat dat dan, bij ons is het een evidentie, een algemeen recht - in Guatemala moet men achter gerechtigheid smeken.

Een week geleden kreeg ik het verdict te horen: slechts één van de mannen kreeg een straf van 12 jaar. De andere werd vrijgelaten wegens ‘gebrek aan bewijzen’.

De wereld draait zot: hoe is het mogelijk dat in 2008 nog steeds zo’n hartgrondige discriminatie tegen vrouwen blijft bestaan, dat daders niet bestraft worden, dat onderzoeksprocessen verkeerd verlopen waardoor bewijsmateriaal verloren gaat, dat huishoudelijk geweld niet veroordeeld wordt, dat vrouwen niet weten waarheen wanneer hen of hun familie iets overkomt, dat wanneer in de media foto’s verschijnen van verminkte en vermoorde slachtoffers van geweld er geen krachtige veroordeling komt van zowel staat als maatschappij, dat de media zelf profiteren van het leed van de slachtoffers om sensationele artikels te maken waarbij, opnieuw, de schuld in de schoenen van de slachtoffers geschoven wordt.

Vrouwen zijn tweederangsburgers. Geweld wordt getolereerd en al vanaf de prille socialisatie van een kind meegegeven als een geschikte manier om geschillen op te lossen.

Het is 25 november vandaag. Internationale dag tegen geweld tegen vrouwen. Ik hoop dat ze daar in Guatemala furieus zijn over het onrecht dat de moeder uit ‘mijn rechtszaak’ werd aangedaan. 25 november: Mijn verjaardag. Het mooiste cadeau is dat jullie dit gelezen hebben en hopelijk vergeten jullie het ook nooit meer. Stop geweld tegen vrouwen, overal ter wereld!

vrijdag 3 oktober 2008

Fotooo


Copan ruinas (Honduras)


Garîfuna, Livingston


Rio Dulce


Tikal Ruinas


Copan en mijn Duits vriendje voor een dag

laatste loodjes

Ondertussen is het al bijna een maand of zo geleden dat ik hier nog eens iets schreef. Logisch, want als je eindelijk je draai vind heb je geen tijd om nog verslagjes te schrijven, en gaat de tijd veel te rap voorbij. De laatste weken heb ik dan ook nogal chaotisch doorgebracht, een interviewtje hier, informatie gaan verzamelen daar, kopiëren, interpreteren, whatever. En dan volgde de reis. Hoewel mam en pap er niet gerust in waren (Rio Dulce? Waar die Belgische toeristen enkele maanden geleden ontvoerd zijn?) was alles meer dan perfect. Ondanks onheilspellende berichten van een in aantocht zijnde orkaan die nogal heel wat regen met zich mee zo brengen, heb ik van de regen enkel ’s nachts ‘last’ gehad.
Mijn reisje voerde mij, in bus (hoe kan het ook anders), naar Chiquimula, van daaruit naar de Maya-ruïnes van Copan (Honduras), naar Río Dulce (een ‘rivier’ die eerder de naam ‘meer’ zou moeten meekrijgen) en van daaruit naar Livingston, een Garifuna-enclave die enkel per boot bereikbaar is en waar een typisch Caraïbisch sfeertje heerste. A la, kijk uit malloot, een kokosnoot dus. Te veel om op te noemen wat ik daar gedaan heb, hoe relax ik was, hoe fantastisch alle hostals wel niet waren alsook de mensen die je tegenkomt als je alleen reist.
Vanuit Livingston ging het dan richting uiterst noorden van het land (een busrit van zo’n 10 uur vanuit de hoofdstad) om daar de toeristische must-be, de ruïnes van Tikal, te bezoeken.
Kortom, een weekje om niet te vergeten, goed begin om mijn laatste week hier in Guatemala in te zetten (met daartussen waarschijnlijk nog een reisdagje èn het begin van het Sociaal Forum van Amerika in onze hoofdstad).

Dit zal dus waarschijnlijk mijn laatste verslagje zijn.
Een groet, een kokosnoot en een vleugje reggeaton.

woensdag 17 september 2008

semuc Champey


Op weg...





Marimbadansen


Alan, ik en Rootman

Semuc Champey

Hallo daar.

Er worden er hier twee weekjes aangebreid, en ik zal ze kunnen gebruiken want wil nog veel te veel zien vooraleer ik vertrek.

Dit weekend ben ik naar Semuc Champey geweest, ik probeer enkele fotootjes up te loaden, maar je kan er van op aan dat het daar prachtig is, een rivier met een soort natuurlijke zwembadjes midden in het groen tussen de bergen en onder een stralende hemel. We hadden het geluk in het aangename ‘hotel’ van de nonkel van Rootman, een van de advocaten, te mogen slapen. Diezelfde nonkel is eveneens eigenaar van een heus grottencomplex, waar we met kaarsjes in de hand en al zwemmend en klimmend binnen gegaan zijn. Een avontuur, zeker als ze voor de ‘fun’ alle kaarsjes doven en je helemaal alleen in het donker moet zwemmen, enkel wetend dat waar je moet belanden ‘ergens rechtdoor’ is. Adrenaline-opstoten waren niet te tellen, als je in de grot een waterval moet beklimmen en haast platgeslagen wordt door de kracht van het water, als je van een rots van drie meter hoog naar beneden in het donker moet springen, enkel wetend dat daar diep water wacht, als je in een duizelingwekkende watervalachtige tube moet springen omdat je te voet niet kan afdalen en ze je waarschuwen ‘toch maar naar links te zwemmen in het geval dat het moest mislopen’. Waterkracht, dat is echt niet te onderschatten. Enfin, mijn kaarsje is meer dan één keer uitgegaan en mijn benen zullen het geweten hebben: scharten, schrammen, blauwe plekken, deuken, en voeg daar nog eens de bulten van alle mogelijke insectebeten aan toe en je hebt enig idee van hoe de battlefield van mijn benen er uit ziet. Verder waren er zalige trapezes over de rivier gehangen, beeld je eens een slinger van om en bij de twintig meter in, waarna je je op het hoogste punt in de rivier laat vallen… Gewoon zalig. Verder ook nog motorbootjes, opgeblazen banden om je met de stroming mee te laten glijden, hangmatten, marimbamuziek, een prachtig landschap, gezelschapspelletjes, een goed bed èn een zotte nonkel in en je hebt een doorsnede van mijn weekend.

Maandag was het hier ‘dag van de onafhankelijkheid’ en dat zullen we geweten hebben toen we naar huis terug wouden keren zondagavond. Ongelooflijk veel ‘torchas’dragers, die al rennend fakkels in de handen dragen en die naar de hoofdstad brengen om daar een groot vuur aan te steken, aangevuurd door een camionette met school/werk/huis genoten en natuurlijk, onvermijdelijk, ontelbaar veel Guatemalteekse vlaggetjes. Het is hier deels de gewoonte om als je die voorbijrijdt je flessen met water over hen uit te kieperen. Hilarisch, zelfs als het om gewoon dreigen met een lege fles gaat. Maandagochtend waren de straten zelf vol muziekgroepen, bandas genaamd, bestaande uit majoretten, tamboers, trompetten, xylofoons, bombardons, vlaggendragers enzovoort. Elk colegio (college, school) heeft zijn eigen banda, en allen paseren voor het presidentieel paleis om een glimp van een wuivende Alvaro Colom op te vangen. Ocharme de man, die moest in totaal zo’n 16 uur op zijn stoeltje blijven zitten om elkeen te groeten. Natuurlijk gaat dit gepaard met een wedstrijd van ‘beste banda’, ’s avonds afgsloten door vuurwerk op kweetniethoeveel plaatsen. Voeg hier nog eens een stralende zon aan toe, ontelbaar veel eetstandjes, suikerspinverkopers, verkopers van vanalles en nog wat, ijsjes, granizadas (ik zweer dat ik deze ga introduceren in België: niets anders dan crushed ice met grenadine in verschillende smaken, aardbeien, braambessen, chocolade en gecondenseerde melk… en dat alles voor 50 cent, olé!) en je hebt een beeld van hoe het was.

Verder is ook mijn laatste onderzoeksweek ingezet en wat ervoor een constante was (moeilijkheden om afspraken te maken) blijft dezelfde constante, maar literatuur heb ik zeker genoeg en interviews ook wel.

Vanaf maandag of dinsdag resten mij dus nog enkel tien daagjes ontspannen, rondreizen, en daarna stilletjes terug te keren naar de hoofdstad, hier een afscheidsfeestje te geven, nog enkele souveniertjes te kopen en terug te keren.. het zal er rapper zijn dan ik wil.

Saludos.

(en lees hier de blog van Geertrui)

maandag 8 september 2008

Ik leef nog

Twee weken in één, geen idee meer waarom ik geen tijd had om niet te schrijven, maar ik had dus geen tijd.

Beginnen bij het einde. Vandaag (vrijdag, maar de moment dat ik dit op de blog publiceer is het alweer maandag) is Geertrui vertrokken richting Chiquimula (later een linkje naar haar blog) en ik ging nog even enkele instituties binnenspringen om mijn oor te luisteren te leggen en een beetje literatuur te bedelen. Toen de ‘documentatiecentrumman’ beneden kwam bekeek hij mij eens aandachtig en vroeg toen: “Europea?”.
Jaja, zei ik. Ik ben Europese, Europa, België.
“Aha”, zei de man , ‘ik ben ook van België”. Maar dat dan in het Spaans.
Aha, zei ik.
“Van het Vlaamse deel van België?”, vroeg de man.
Ja, zei ik.
“Aha, ik ook” zei de man, nog steeds in het Spaans. “En welke universiteit?”
Die van Gent, zei ik.
“Gent”, zei de man, “daar heb ik ook gestudeerd” (maar dan in het Spaans).
Aha, zei ik, en uit welk dorp bent u dan?
“Deinze”, zei de man.
Ik ook!!!!
“ ’t is niet waar?” (pas op, nog steeds in het Spaans).
Uhu, jawel!
En dan, eindelijk, in het (half)Nederlands: ik heb in de Oostmeersdreef gewoond, in Herpinsakker, in de Pelikaanlaan.

Dit, plus de blikken van zijn medewerkers: goud waard!!

On-ge-loof-lijk toch? Duizenden kilometers van huis opeens een stadsgenoot tegenkomen, wiens neef dan ook nog eens in Astene blijkt te wonen en de eigenaar is van de Zwarte Vos.

Vorige week dan: een hectisch weekje met een nog hectischer einde, zijnde Lucio met acute appendixontsteking opgenomen in het ziekenhuis. Tegelijkertijd kwam Esteban, de vorige bewoner van mijn kamer, aan in Guatemala om twee dagen later opnieuw te vertrekken. Passing by, heet dat dan. Vrijdagnacht na een concert, including vuurwerk, (te) lang op de stoep staan babbelen met Alan en Claudia, om thuis te komen en er een minifeestje van wel de volle tien man aan te treffen om de thuiskomst en het vertrek van Esteban te vieren. Lawijtmakers.

Zaterdag opgestaan en in mottige pyama de trap afgedaald om daar wel zeker 8 familieleden van Lucio aan te treffen in de living, die hem later de dag wouden bezoeken in een fameuze ‘zona roja’ (rode zone; alert alert!!). Verwondering alom toen ik hen toonde hoe onze wasmachine werkte (de familieleden van Lucio zijn, ter herinnering, inheemsen uit een of ander dorp waarvan de naam mij nu ontglipt, en hadden tot dan toe nog nooit een wasmachine van dichtbij gezien.) . Ik moest wel even slikken bij de evidentie van wasmachinegebruik voor mij, in vergelijking met het uur wasmachinestaren (tot de was gedaan is) door de vrouwelijke helft van Lucio’s familie. De zaterdag dan, na het bezoeken van Lucio in het ziekenhuis, een of ander Guatemalteekse delicatesse gaan proeven (gefrituurd varkensvel, njam) om ’s middags te eindigen op een minikermis, in de vooravond te crashen in het bed van Alan en Claudia, en de nacht paranoia door te brengen op (alweer) de stoep. Paranoia, omdat Alan en Alejandro overal politie, drugsdealers, dieven en verdachten zagen. Zonder overdrijven. Ik mocht zelfs niet alleen naar huis stappen terwijl we amper tweehonderd meter van elkaar wonen..

Deze maandag wakker geworden om in de living de mama van lucio tegen te komen die keihard aan het wenen was. Bleek dat de neef van Lucio zondagnacht doodgeschoten is, zoals zeer vaak in Guatemala stad zonder reden, puur omdat hij (receptionist in een of ander drive-in hotel) geen kamers meer had. Ze hebben hem opgewacht en neergeknald. Voor niets. Nu, ze fluisteren wel dat dat hotel linken had met narcotrafiek en/of een eerder negatieve reputatie had (als u weet dat het hotel Kama Sutra heet..), maar dat is natuurlijk helemaal geen reden om iemand neer te knallen. Logisch dus dat ik maandag heel de dag half verdoofd en vooral zeer emotioneel liep. En dat ze dit niet gaan aanklagen wegens een broekschijtergetuige (gezien de corruptie, verdoken groepen, schrik voor de politie enzo eigenlijk helemaal niet verbazingwekkend dat ze schrik hebben…). Voeg daar nog eens aan toe dat ik maandag weer een reconstructie heb bijgewoond van een feminicidezaak èn bovendien deze ook in de rechtbank aan het volgen ben, en je weet hoe (slecht) ik mij voelde toen we rond vier uur…. eindelijk Geertrui gingen oppikken aan de luchthaven met haar persoonlijke privétaxi! Ik, kampend met een Acuut Nederlands Spraakgebrek, probeerde haar dan maar mee te tronen naar Sobrevivientes en alles een beetje te expliqueren – raargenoeg vlotte dat Nederlands in den beginne echt niet goed. Dinsdag was het vooral een slecht idee om Geertrui taco’s te laten eten, het gevolg laat zich al raden… net als ik de eerste dagen, ook hier de typische buikklachten.

Ok, geen zin meer om verder te typen. Ik moet nog wat werken ook.

De interviews lopen vlot, maar het ritme waarop de interviewafspraken gemaakt worden is al heel wat minder vlot: bellen, uitstellen, verleggen, niet thuis zijn, bahbah.

Verder nog heel wat Spannend Nieuws:

- Er is zowaar een coup gepleegd op de Presidente de la República Guatemalteka Alvaro Colom, door zijn chef veiligheid met hulp van het leger. Nu was die chef veiligheid al een of ander louche kereltje met 8 (!!!) zaken tegen hem lopend binnen enkel Sobrevivientes alleen al (wegens verkrachting, aanranding). Vanzelfsprekend kon nooit iets tegen hem ondernomen worden want macht in Guatemala staat gelijk aan immuniteit en de garantie van blijvende straffeloosheid. In dat opzicht is de ‘coup’ goed nieuws, want elk detail dat helpt om hem zwart te maken zal bijzonder warm welkom geheten worden door Colom. Colom, tijdens publieke speeches voorzien van een bijzonder talent om vlot voor te komen, maakte op de radio nogal een geslagen indruk en sprak van een groot spionagecomplot tegen hem (feit: chef veiligheid had microfoontjes, cameraatjes en meer van dat moois in het presidentiële huis verstopt, de snoodaard). Ik hou jullie verder op de hoogte

- Zijn er deze week opeens drie mensen, die ergens via via met mij gelinkt zijn, vermoord. Niet dat ik ze persoonlijk ken, maar mensen die ik ken doen dat wel. Freaky, schrikwekkend en emotionante.

- Ben ik letterlijk buiten gestuurd in de rechtbank door de rechter (of beter: rechtster) omdat ik stiekem een sandwich aan het eten was.. en dit nochtans na vragen of dat wel mocht aan mijn buurman. Hilariteit alom achteraf door alle aanwezige Sobrevivientesleden, maar ik voelde alleen maar diepe diepe schaamte en een totaal misplaatste trots die maakte dat ik niet meer in de rechtzaal terug wou keren...

- Is mijn portefeuille, met daarin identiteitskaart, studentenkaart en geld, gepikt door een stomme snoodaard op de bus, waarvan Geertrui en ik meteen wisten dat ie niet deugde. Ondanks het feit dat ik mijn rugzak op mijn buik had en we toch wel alert waren.. Gewoon nog nooit zo een volle bus gehad, en duwen en trekken en wringen en wrijven is dus zodanig doodgewoon dat je niets voelt. Bij het naar-politie-gaan-om-aangifte-te-doen nog eens geconfronteerd met het Guatemala-derde-wereldgevoel: een typmachine naast een computer die niet werkte (en als decoratie diende, zei de officier, ha ha ha…). Een half uur wachten en antwoorden op alle niet-relevante vragen van de politie (gaande van: vanwaar zijt gij, welke talen spreekt gij, en totaal niets vragen mbt waar, wanneer, hoeveel, wat gestolen is. In den beginne toch niet) later, blijkt hij één foutje getypt te hebben, en besluit om heel de santenboetiek nogmaals over te typen omdat een verbeterd foutje niet geldig is hier. Resultaat: nog een half uur wachten. Pfft!

- Hebben we er een huisgenoot bij: de broer van Lucio van 16 jaar uit die hier in de hoofdstad zijn stage komt doen, en vooral heel goed voor zijn broer zorgt

- Heeft onze kat haar kuren (vraag maar aan Geertrui..) wat maakt dat ze constant miauwt (en constant: dat is dag en nacht, en hoogst klaaglijk en irritant), overal plast en overal binnenglipt. Mijn kamer is al meer dan een keer gezegend met een zeer, euh, penetrante geur.

- Bleek ‘studente’ Carmen een 50jarige en gezette huismoeder te zijn.

De thesis dan, die was deze week wat minder, maar zal volgende week zoveel te meer zijn. De literatuur is verzameld, nu nog enkele interviews, een nieuwe tocht naar Iberia om te kijken of mijn vlucht verlengd kan worden, en dan hopelijk nog een paar dagen reizen alvorens te vertrekken. Ongelooflijk hoe rap het alweer niet gaat. Binnen minder dan een maand ben ik alweer thuis…

Hasta la proxima,

dinsdag 26 augustus 2008

eind augustus... reeds

Een nieuw verslagje, weinig zin en weinig tijd om veel te schrijven dus ik hou het deze keer (echt!) kort.

Maandag en dinsdag waren uitlopers van ziekjes zijn. Veel zakdoeken vol gesnoten. Veel melk met honing gedronken. En thee. Woensdag gaan supporteren voor Guatemala. Ze speelden zwak en verloren, tegen de Verenigde Staten van Amerika die zo mogelijk nog slechter speelden maar wel een goal maakten – ook al heeft niemand echt bewust gezien hoe werd gemaakt. Veel lelijke woorden bijgeleerd. Guatemalteken zijn zot als het op supporteren aankomt, de waves en toeters, de op en neer bewegende rijtjes, de vlaggen op de kaken, de blauw-wit gemanicuurde nagels, de bandana’s en hoedjes waren niet te tellen. En ze kunnen allemaal de nationale hymne uit het hoofd, met het hand op het hart. En vanzelfsprekend was het de arbiter zijn schuld dat ze verloren. En ik was de gringa uit het gezelchap.

Donderdag en vrijdag enkele organisaties in het nationale paleis bezocht. Het nationale paleis is een beetje van een doolhof.

Vrijdag in de vooravond doorgebracht op de top van ons dak. Daarna eens goed uitgegaan. Salsa proberen dansen. Te vroeg naar huis gekeerd (om 1 uur sluit alles, altijd, verplicht).

Zaterdag naar Antigua gegaan (wetenschappelijke boekenwinkel willen bezoeken) om te constateren dat die niet open was. Toen ik naar huis wou met de bus vlug nog een plaspauze ingelast in het eerste beste cafe waar ik moest wachten op een bezet toilet, en opeens Nadine buitenkwam. Ik mocht terugrijden met Nadine. Op weg naar huis nog twee mensen tegengekomen die ik de vrijdag had leren kennen en per ongeluk ook in Antigua waren. Hoe klein kan de wereld zijn.

Thesiscrisis gehad toen Nadine me opeens begon te vragen wat ik in ’s hemelsnaam aan het onderzoeken was, dat iets als feminicide helemaa niet bestaat, een constructie is van een bende lesbische feministen, en dat ik mij de hele tijd in die feministische kringen begeef ik gebrainwashed wordt en dus dringend eens een boek van haar moet lezen.

Zaterdag vervroegd bed ingekropen met thesisstress. Zondag opgestaan om te genieten van een prachtige, hete dag. Een beetje gekalmeerd door Caren. Samen koken met de huisgenoten en samen te relaxen op het terras, afgesloten met een ijsje en een filmpje. Meer moest dat niet zijn.

Wat betreft de thesis – die resulteert in een emotionele thesiscocktail, including de ups (ik ben goed bezig! Yes!) als downs (ik heb nog niet veel, uiteindelijk herhaal ik steeds wat ik reeds las, breng ik niet echt iets nieuws aan, en begeef ik mij (??) te vaak (??) in feministische kringen?). Maar de interviews zijn begonnen, de ene al interessanter dan de andere, en Carmen is eindelijk (!) gelokaliseerd.

Voila, week voorbij. Tot volgende!

Guatemala - VSA: 0 - 1


vier uur op voorhand wachten..


Zotte Guatemalteken

dinsdag 19 augustus 2008

Los diablos rojos (zo zagen we er toch uit, na een dagje strand)

Meer nieuws en meer foto’s: ik heb een of ander draadloos netwerk ontdekt dus vanaf heden ook wat vaker internet.

Aangezien Irma, mijn nieuwe kantoorgenote, nogal gespecialiseerd is in genderstudies, begin vorige week direct een hele hoop boeken op mijn bord gekregen in’t begin . Wat thesis betreft komt het vooral neer op: enkele boeken verslonden, een bezoekje gebracht aan een plaatselijke NGO die werkt rond vrouwen om te constateren dat het overal dezelfde ‘mess’ is. Ik had een boek nodig, zij hebben een week nodig om dat boek te zoeken: ‘bel je volgende week nog eens?’. Verder was dus het plan om Carmen, het meisje die ook werkt omtrent feminicide te contacteren. Wat heeft opgeleverd dat ik er niet van moet verschieten om hier te maken te krijgen met gekloonde GSMnummers – raar maar waar: sms’sen ontvangen gaat, bellen op hetzelfde nummer levert steevast een zeer furieuze Guatemalteekse op die schreeuwt dat ze Carmen niet is en inhaakt (x 10). Gevolg: Carmen onbereikbaar.

De week is verder zeer rustig verlopen, zoals iedere andere ‘werkdag’, afgezien van het feit dat ik nu niet meer des ochtends geëscorteerd wordt naar sobrevivientes maar elke dag de bus moet nemen. Beter zo (een vol kwartier langer slapen), anderzijds moet ik nu met de laptop op de bus..

En verder gaat het leven hier in Guatemala stad iedere avond zijn zelfde (saaie) gangetje. Had ik al gezegd dat Guatemala stad saai is? Guatemala stad is saai. ’s Nachts toch. Er zijn amper leuke cafeetjes, noch andere dingen te doen. Bovendien kan je ’s avonds geen bussen meer nemen, en als je in taxi ergens heen wil mag je algauw heel wat duiten neertellen. Veel anders zit er dus niet op dan ’s avonds een filmpje kijken en betrekkelijk vroeg het bed induiken.. helaas.

Donderdag zoals gezegd zee-dag. De reis ernaartoe was op zich al een avontuur. Na autostrade, verharde weg en semiverharde weg volgde een kronkelige landweg met heel wat diepe putten die zich de dag ervoor hadden gevuld met, jawel, regen. Over het algemeen waren het eerder kleine plassen, tot we opeens voor een serieus aantal kubieke meter water stonden. Aangezien de minibus al andere plassen door‘zwommen’ had zouden we hier ongetwijfeld ook door raken, dus hup het water in. Geen idee dat het zo diep was en het resultaat liet ook niet lang op zich wachten. We waren nog maar net de ‘plas’ uit als de motor het begaf. Aangezien ik de enige was van het minibusgezelschap die kon rijden had ik de aangename taak om achter het stuur plaats te nemen terwijl de anderen uit volle macht probeerden de minibus in gang te duwen. Het mocht niet baten. Na ettelijke telefoons heen en weer zijn ze er uiteindelijk toch in geslaagd de minibus weer in gang te krijgen. Pas ‘s avonds laat toegekomen, en direct het strand op om een vuurtje in gang te steken en de gitaar boven te halen. En dan: in de donkere nachte onder volle maan de superwarme Pacifische oceaan in, in de hoge en wilde golven duiken, en het in de verte zien bliksemen. De pacifische oceaan, mannen, is super.

Toen we teruggingen naar het ‘hotel’, dat uiteindelijk neerkwam op het huis van Nelson, een vriend van onze Romeo, ging het zingen onverminderd door. En toen kwamen de zotte Guatemalteken op het idee om films, dieren uit te beelden (reken daar films bij als ‘virgen at forty’ en je kan je de hilariteit van het gezelschap voorstellen). En dat allemaal op koffie en thee. Ik wil mij niet teveel voorstellen hoe het dan moet zijn na enkele mojito’s ofzo. Kortom, ’t was redelijk laat (vroeg) als we in bed zaten, en lang moesten we niet slapen met de opkomende hitte… En een weetje: een tweepersoonsbed wordt hier niet verticaal, maar horizontaal beslapen. Rare mannen.

Vrijdag dan, opgestaan onder stralende hemel dus tijd om het water in te duiken. Het plan om te gaan vissen gauw laten varen aangezien de golven werkelijk zeer wild waren. Het (zwarte) zand kroop bovendien werkelijk overal zodat ik mij een levende zandbak ging voelen. Verder ook voor de eerste keer in mijn leven krabben gegeten. Daarna tijd voor een siesta op het ‘tweede verdiep’, net onder het rieten dak: superzot zicht op de zee en bovendien een zachte zeebries. Zelden mij zo relax gevoeld. De rest van de dag gevuld met: het zwembad van de buren induiken, de zee induiken, voetbal spelen op het strand, krabben en slangen en (supergrote) schildpadden tegenkomen, de aanvallen van ‘hamacas locas’ ofte zotte, wildgeworden hangmatten trotseren (het favoriete spelletje van onze advocaten, ik en mijn blauwe plekken vonden dat heel wat minder leuk). ’s Avonds dus bekaf in bed gekropen… en dan begon de miserie. Want..

Zaterdag was dan de dag waarop al het ongeluk van de wereld zich op mijn persoon richtte. Eerst en vooral: de nacht van vrijdag op zaterdag elk uur van de nacht zien passeren met hevige buikkrampen (type: ik-lig-gekronkeld-in-mijn-bed-en-kan-niet-meer-bewegen-anders-veel-meer-pijn) en bijhorende chronische toiletdrang. Dat enige toilet bevond zich dan nog eens in de enige badkamer van de kamer waar twee andere personen sliepen. Aangezien ik bovendien niet (nogmaals) op buikkrampen voorzien was had ik dan ook niets van medicamenten ofzo mee buiten een dafalgannetje (maar !! er was geen drinkbaar water meer over). Er zat dus niets anders op dan buikkrampen te proberen negeren, wat dus helemaal niet lukte. Ik heb dan ook amper geslapen. De ochtend op weg naar Guatemala was het ‘ikmoetdringendplassen’gevoel helemaal nog niet over, wat resulteerde dat ik op de terugweg om het half uur moest vragen om te stoppen. Eenmaal in Guatemala aangekomen werd iedereen mooi thuis gedropt, maar aangezien mijn huis ‘van de route’ afweek ging Romeo, onze chauffeur, mij persoonlijk met zijn auto thuisbrengen. Eerst en vooral zat ik daar dan doodziek in Sobrevivientes (waar zijn auto stond) te wachten, maar meneer had er niets beter op gevonden al zijn e-mails te controleren èn te beantwoorden. Ik dan maar gewoon naast hem gaan zitten om hem een beetje op te jagen, wat ook lukte. Nadat hij iedereen daag had gewenst en nog eens de verbouwingen was gaan checken mocht ik eindelijk in zijn voiture plaatsnemen, en toen wou de motor van zijn auto niet starten. Ondertussen al 13u ’s middags (en een voormiddag zonder drinken en chronsiche plasdrang lieten mij helegans gedehrydateerd voelen). Dan maar een beetje ziek naar huis gestapt, om thuis te komen en de deur niet open te krijgen. Aangezien ik dacht dat de deur van binnenuit gesloten was bleef ik maar bellen, maar niemand thuis. Carrie zit een week in L.A., Lucio zijn gsm is gestolen dus ik kon hem niet bellen, en van Caren heb ik geen telefoonnummer. Met hulp van de schouder van de overbuur dan toch binnengeraakt (deur klemde). Om daar een briefje aan te treffen van Caren, vragende of ik AUB VANDAAG NOG de HUUR wou betalen, dat het de LAATSTE dag was dat dat kon. Ik versteld staand, want ik had maandag al mooi mijn deel mèt een papiertje erbij op haar bed gelegd. Rampscenario’s voor ogen (hadden de vrienden van Carrie, die geen warm water hadden en bij ons kwamen douchen, het geld zien liggen en lekker meegenomen? Was het achter haar bed gevallen? Had ze het briefje niet gelezen (het was geschreven op donkerbruin papier) en het geld dat ertussen zat niet gezien en weggesmeten?). Op de koop toe moeten constateren dat er tussen twee tenen een enorme rode bobbel stond met een of ander zwart holletje erin – een beet van een of ander beest van op het strand dat nu opgezwollen was. Pijn pijn, en de dichtstbijzijnde apotheek uitzonderlijk gesloten. Ik dus in bed gelegen wachtend tot de eerste persoon thuiskwam om die naar een andere apotheek te sturen. Die kwam niet, dus net voor het donker dan maar zelf naar een apotheek gesukkeld – om na twee minuten reeds buiten adem te zijn. Bij gebrek aan een handdoek moest ik alvorens ik kon douchen maar mijn gezouten strandgerief en kleren te wassen, en achteraf te zien dat mijn favoriete t-shirt bij het drogen buiten de trommel geraakt was (hoe???) en dus goed is voor de vuilbak. Op de koop toe ’s middags een hoestje gekregen dat enkel verergerd is. Resultaat: een neus zo verstopt als het putje van onze douche. Man, wat had ik zin om thuis in mijn eigen bedje te liggen toen. Aah, wat was zaterdag een kakdag. Twee extremen op twee dagen.

Zondagochtend moeten constateren dat er nog steeds niemand was en ik mij dus heel alleen in ons huisje bevond. Geslapen, naar de feria (kermis) gegaan en naar een of andere reliefkaart van guatemala gaan kijken. Thuiskomen en merken dat er nog steeds geen spoor was van Caren of Lucio, dus na (alweer) een filmpje (hide and seek, en ik kon er niet van slapen) heel de nacht gefixeerd naar elk geluidje liggen luisteren. Toen ik eindelijk goed en wel in slaap gevallen was opeens wakker geworden van, wat ik dacht, krijsende kindertjes in de straat. Uiteindelijk bleek het onze kat te zijn…..

Het verhaal van onze kat

(te skippen naar keuze, want vies verhaaltje).

Onze kat is een of ander straatbeest dat Carrie heeft gevonden en meegenomen naar huis. Niet alleen stinkt het beest enorm, haar vacht heeft ook allemaal aangename beestjes. Zelf ik moet er niet al te veel van weten. En suma, de kattenbak wordt veel te weinig ververst wat een aangenaam geurtje oplevert. Bovendien is de kat ook niet gesteriliseerd, wat eveneens niet zo leuke geuren oplevert. Enfin, deze nacht dus. Ik superhard verschoten, naar beneden gevlogen om het licht daar aan te doen, en te zien dat de living bezaaid ligt met plukken haar èn een vloeibare substantie. De kat van de buren moet binnengekomen zijn door het tiencentimeteropenstaande raam om onze kat in een of ander moment van zinsverbijstering of lust te bespringen. Ik had de kat van de buren zien vluchten, maar vond nergens de onze terug. Tot ik opeens vanuit de kamer van Lucio een pipigeluidje hoorde. Het licht aangedaan om de kat helemaal bovenaan in het gordijn te zien hangen, al plassend. En stinken dat die kamer deed. Enfin, ik in bed gekropen en nog een half uur wakker gelegen. Deze morgen gezien dat onze kat volhing met haar eigen vuiligheid. En ik had helemaal geen zin om de boel op te kuisen.

Deze avond dan ook op mijn donder gekregen van Lucio die het niet leuk vond dat ik zijn deur had laten openstaan (en hij al de pipi en kaka in zijn kamer had gekregen). Terecht, maar het was niet ik die dat gedaan heeft he, stomme kat.

Groeten vanuit het land met meer gewapend bewakingspersoneel dan politie,

Katrijn


(dit moet zowat het langste weekverslagje ooit zijn)
(gisteren zo enthousiast dat België in de semifinale zat, nu blijkt dat ze verloren, pfuh)

Foto's Monterrico


'zotte hangmatten'


Dat krijg je ervan, als je heel de tijd frijoles (bonen) eet
(het nationale gerecht hier, trouwens, samen met tortillas)


monterrico beach
x2






krab eten

dinsdag 12 augustus 2008

Foto's Atitlan

het meer van Atitlán maal twee, de kathedraal weerspiegeld in de fontein, typische kleurrijke stofjes..





Atitlan enal

Een nieuw verslagje,

De tijd vliegt voorbij, week 4 is achter de rug en het bezoek aan het meer van Atitlan (een must voor elkeen die naar Guatemala komt, zo schijnt) ook.

Beginnende bij het begin van de week: al bij al valt de stageaire nog mee als je niet let op haar decolleté, hoge hakken en nagels die elke dag in een andere kleur èn ander glitterproductje geverfd worden. Maandag stond opeens een tweede stageaire voor de deur om krak hetzelfde werk te doen als stageaire één en hoogst eigenaardig sprak deze een mondje Nederlands (de Hollanders veroveren de wereld, oja). Nu, je zou denken dat twee stageaires èn ik teveel zijn in een kantoortje van vier op drie meter, maar geen probleem voor ons aller Carola. Resultaat: twee stageaires en ik, en dat vond ik teveel van het goede. Vandaag een ander plaatsje gevraagd èn gekregen, bij de (zo-goed-als) vice-directrice van Sobrevivientes, wat mijn inziens een betere plaats is want heb vandaag honderden adresjes gekregen en de rest van de literatuur volgt nog. Resultaat: working 8 to 5 (wat een ‘winst’ van een half uur is) al lezende, statistieken vergelijkend en zuchtend. Ik weet nog steeds niet goed waar begonnen, zucht.

Verder ging de week voorbij in collaboratie met twee Oostenrijkse journalisten (alwaar ik twee dagen mee opgetrokken heb), een hele resem onbekende journalisten (alsook deze week, Sobrevivientes èn Katrijn (haha) binnenkort te zien in Oostenrijk, Spanje (X 2), Australië en Engeland. Woensdag, of was het donderdag, was het dan barbecue om de ‘plechtige inhuldiging’ van onze bouwwerf te vieren, wat een reden was om de Chileense pisco (aanrader) te degusteren en 1/3 van onze equipe te zien dansen op de tonen van ‘aaaaaaaaaiiii mi amoooor, aaaaai qué dolor’. ’s Avonds een Guatemalteeks Grieks drama bijgewoond in de theaterzaal, met euh – zeeeer veel – functioneel naakt. En slecht dat het was, overacting in het kwadraat, lees: de rug van de hand tegen het hoofd, ogen ten hemel opgeslaan en zachtjesaan door de knieën zakkend om hun hartzeer een zeer theatrale uitdrukking te geven. Grieks drama en Guatemala, dat zijn geen vriendjes.

Voor de rest ’s avonds altijd, ahum, mogen ‘inslapen’ op het ge-rap van Lucio en Ixim, de Mexicaan. Vroeg slapen zat er dus niet in en dat heb ik gevoeld ook.


Vrijdag dan een beetje vroeger van het werk vertrokken om richting Solola, het meer van Atitlan, toeristisch Panajechel en één van de twaalf apostelen-dorpjes rond het meer (San Marcos) te trekken. Aangezien de buschauffeurs hier van het principe ‘duwen tot er niemand meer bijkan’ zijn, heb ik de drie uren durende, hobbelige baan rechtopstaand mogen beleven. Voeg daar nog eens de drie decibel producerende boxen van het gammele autobusje aan toe, alsook de sandwich-personen op de banken (drie op plaatsen van twee), en je hebt een idee van hoe het is om in zo’n busje te reizen.

En hoe kan het nu ook anders dan dat we daar toekwamen, en de eerste regendruppels zachtjesaan, maar in crecendo, uit de hemel vielen. De gringo’s ontwijkend om iets te gaan eten, uiteindelijk op ons poep gezeten beland in een plaatselijk winkeltje, wachten tot de regen toch iets verminderde om toch tenminste een glimp van het meer in de donkere nachte op te vangen. Mislukt. Een hotel gezocht en dan maar gaan dansen. Raar genoeg prefereert Lucio merengue, salsa, reggeaton en reggea boven hiphop om te dansen, en het moet gezegd dat ik nogal afstak tegen al die wiegende heupen en schuddende borsten. Maar soit, het was fun fun fun. Ook in het kwadraat. De nacht en schreeuwende hollanders in de kamer naast ons was heel wat minder..

Des ochtends dan opgestaan met, hoe kan het ook anders, regen. Toch de plaatselijke markt afgeschuimd en in bed beland met, alweer, buikkrampen. Om die op mijn beurt ’s middags dan weer door te geven aan Lucio. Het eten van vrijdagavond was waarschijnlijk verre van vers (maar raar genoeg toch wel lekker). Alleszins, het boottochtje naar San Marcos was een avontuur op zich. Het begon veelbelovend, maar eindigde met hoge golven op het meer, een stortbui van jewelste boven ons hoofd, heel de bemanning van het bootje kletsnat including mijn enigste broek. En de toon was gezet voor de ganse middag. Bovendien hadden we niet genoeg geld bij ons, was er in San Marcos helemaal geen geldautomaat, en hadden we amper genoeg geld om te eten (wat een prijzen daar ook). Niet wetend wat gedaan dan ook een hele middag moeten ‘schuilen’ in ons hotel, leuk is anders. Uit pure verveling dan maar zeer vroeg in ons bed gekropen, na eerst nog twee uur ‘waargebeurde’ en ‘Mayaanse’ spook-en geestverhalen te horen van Lucio. Resultaat: Lucio ligt te ronken, Katrijn ligt wakker met een heilige schrik voor de blaffende honden – volgens Lucio het teken dat de voorouders aanwezig zijn.

Zondag was dan weer een stralende dag. Ontbeten aan de oevers van het meer, een wandeltochtje ondernomen richting rotsen, om dan vanaf de rotsen en in ondergoed het helderhelderblauwe water te duiken. Serieus, wat een beleving – rondom mij niets anders dan groene bergen en grijze vulkanen. Uiteindelijk op een spiegelglad meer teruggekeerd naar Panajechel om daar onze eetschade serieus in te halen. En dan de bus terug, zelfde verhaal.

Voila, dat was het zo’n beetje. Vrijdag is het net zoals bij jullie feestdag, wat betekent dat we niet moeten werken. Met gans de equipe gaan we twee dagen richting Montericco, een strand met de belofte van torenhoge temperaturen. Ik ben benieuwd. Vandaag zijn de temperaturen alleszins veelbelovend, maar evenzeer belooft dit ook veel voor vanavond (onweders). Dit weekend is het hier een of andere feria niet ver van huis, maar ik denk dat ik maar eens mijn interviewlijst ga opstellen.

En verder:
-kan ik nog een maandje langer in ons huis blijven.

-is onze kattenbak eindelijk ververst

-hebben we tickets gekocht om te gaan supporteren voor Guatemala in de match Guatemala-VSA.


Chau. En geniet van de foto’s.



dinsdag 5 augustus 2008






Yes, fotos kunnen uploaden.
hier zien jullie
ik en alan in sobrevivientes, Lucio op onze patio, de centrale markt van guatemala stad, een kindje van een vrouw die we gingen bezoeken, en ik in Mixco, net genezen.

Van onder de plaatselijke stortbuien...

Hallo allen,

Zal de draad maar oppikken waar ik hem vorige keer heb laten vallen: twee dagen helpen verhuizen deze week en toen was het welletjes. Het ‘weekendje’ uit is echter letterlijk in het water gevallen, dus dat wordt uitgesteld tot volgende week. Desalniettemin woensdag met een advocaat, een pistolero-bodyguard (ojaa ja), een fotograaf en een chauffeur naar Huehuetenango gegaan om daar een reconstructie van een verkrachting bij te wonen en te registreren (zonder in detail te treden, dat is me nogal een zootje zeg..). Zes uur rijden op de transamerikaanse ‘autostrade’ (ahum), aanhoudende regen èn een geleende winterjas verder toegekomen met barstende hoofdpijn, ook al bevond ik mij in het aangename gezelschap van vier mannen, ha. Blij dat ik in het (dure) hotel een warme douche had, van de baksteenhoofdkussens zal ik maar zwijgen. Volgende dag om 6 uur opstaan om om 7 uur op het centrale verzamelpunt te zijn, Luz Mendez (die er ook bij was op de academische week) te zien, èn te moeten constateren dat de zogenaamde officials pas rond 11 uur konden komen. Desalniettemin, we gingen de bergen in , en wauw… wat een bergen daar. Onder een stralende zon met open ramen de frisse en o zo pure berglucht ingeademd, op weg naar het ubergezellige huisje van een ma’m-familie, één van de zoveel inheemse bevolkingsgroepen. ‘Tsjech’ betekent in hun taal trouwens klootzak, leuk he, zo andere talen kennen.. Zeer lekkere Atol gedronken (maïsdrank met kaneel en een soort rijst, lekkerrr), hun huis-sauna geïnspecteerd, mijn eerste koffieplanten gezien, limoenen en appelsienen cadeau gekregen, alsook het telefoonnummer van een andere Guatemalteekse studente die haar thesis over de femicide maakt (maar vooralsnog niet antwoord op mijn berichtjes op haar voicemail..) maar vooral van het uitzicht genoten. De “officials” bleken uiteindelijk nog later te komen dan verwacht, wat ons verplichtte tot tijd doden door het eten van pistasche-noten en chips met limoen, maar toen we de kronkelige bergpaadjes beklommen werden de frustraties gauw vergeten. Vervolgens vanachter in de pick-up van de top van de bergen naar beneden gereden (langs inheemse dorpjes), van het uitzicht genoten, en mogen genieten van een ijskoude stortbui (en met storten bedoel ik: gieten, plensen, ongelooflijk) onder een plastiek die we met alle macht moesten tegenhouden om het wegwaaien ervan te voorkomen. Ongelooflijk was het, je zag het in de ‘verte’ regenen, donkerdonkergrijs, en plots zit je er dan zelf in.. onder een plastiek terwijl boven je de donder kraakt.

Vrijdag was dan de eerste werkdag in ons nieuwe gebouw dat er al heel wat treffelijker uitzag, hoewel we nog steeds geen elektriciteit hebben. Oostenrijkse journalisten ontmoet die me wisten te zeggen dat er die avond een boekenvoorstelling plaatsvond op de ‘boekenbeurs’, en guess what, over femicide. Aangezien mij duizend maal gezegd werd dat ik zeker niet alleen daarheen mocht gaan (veel te gevaarlijk) en zéker een taxi terug moest nemen, heb ik Lucio maar meegetrokken met mij (in de bus) en zijn we (in het pikkedonker) met de bus terug naar Zone I gegaan, Lucio geheel op zijn ongemak (maar er waren geen taxi’s). Enfin, op de boekenbeurs heb ik met enkele interessante mensen gepraat, telefoonnummers uitgewisseld, en maandag (vandaag dus) vliegen we erin. Vrijdagavond dan uitgegaan op de zwoele reggae-beats om rond 12 uur naar huis te gaan en terecht te komen in een minifeestje van de Canadese Caren en de Amerikaanse Carrie. Was dus laat toen ik in mijn bed lag, en vroeg toen ik wakker werd van een ‘por favor, ayudame!!’ in de straat. Wat dus zoveel betekent als: alstublief, help mij!! Ik dacht dat ik nog sliep en draaide mij lekker om, maar aangezien het maar bleef aanhouden uit mijn raam gekeken en gezien dat er een vrouw ronddoolde in onze straat, in pyama, haren ongewassen, vuile striemen in het gezicht. Ik wist niet wat gedaan, dus Lucio maar wakker gemaakt, die mij wist te vertellen dat die vrouw al een half jaar in de straten ronddoolt op zoek naar een goede ziel die haar wat eten geeft, een plaatsje om te slapen. Pijnlijk. Zeker toen Lucio droogweg zei ‘één dezer dagen vinden ze haar dood terug”. Slik.

Zaterdagochtend dan telefoon gekregen van Nadine, of ik geen zin had om met haar naar de markt te gaan, waarna ze mij meetroonde naar een organische winkel waar men natuurlijke producten verkocht (oa heerlijke koffie, want ook al produceert men hier genoeg koffie, lekker is ze niet als je ze op café wil drinken), gemaakt door vrouwengroeperingen. Enfin, ik heb natuurlijke peper, natuurlijke koffie, natuurlijke zeep, natuurlijke sesamkoeken, natuurlijke shampoo en natuurlijke olie gekocht, ha. Waarna onze tocht verderging langs een klein lokaal marktje, waar ik voldoende ananassen, papaya’s, en veel te veel sinaasappelen heb gekocht voor de zieke Lucio – nu was het eens mijn beurt om hem te ‘verzorgen’. ’s Middags met een boekje in het parkje dichter bij huis gezeten om opeens getrakteerd te worden op een grote Magnum door Lucio die wonderwel plotseling genezen was.

Vandaag zondag zijn we naar Antigua gegaan – een van de komende weekends met beter weer ga ik toch eens de rug van de vulkaan beklimmen. Mooi, maar zeer toeristisch, veel te veel gekocht. Op het moment dat ik dit typ staan twee houten schildpadjes met hun kop te headbangen op het ritme van mijn muziek, ik bedoel maar..
De busreis naar Antigua was op zich al een avontuur, want hoewel iedereen al met drie op banken van twee zat (dus, telkens 1 persoon met slechts 1 bil) bleven ze er maar mensen bijduwen. Heb er helaas geen foto van. Enfin, geradbraakt uiteindelijk in de gietende regen gewacht op een andere hiphopvriend van Lucio die speciaal uit Mexico kwam – ze zijn nu beneden in de living hun liedjes aan het uitschrijven en aan het rappen. Met grote honger dan maar een typisch Belgisch gerechtje gemaakt voor mij en voor hen (boontjes met ajuin-bouillonsaus, vlees en patatjes), terra incognita voor hen maar volmondig goedgekeurd.

Alles hier goed dus,

De muggen stekken nog steeds en de beten worden steeds groter (terwijl de korstjes van de vorige beten nog niet verdwenen zijn), regen en zon wisselen af, het kantoor is groot, de matras nog steeds slecht.
En goed nieuws: de vuilnisbakken worden geleegd, het water voelt al niet meer zo koud aan als ik wil douchen, de afwas wordt gedaan, het huis wordt gekuist, de handdoeken met vuil van een jaar eigenhandig uitgewassen. Yes!

En oja, ik krijg er morgen een Guatemalteekse stageaire bij (Posh Spice in het kwadraat, en het werken in Sobrevivientes was ‘van moeten’. Ze durft in haar hooggehakte schoenen niet eens de straat op) – afwachten wat dat zal geven.

Besos a todos.

dinsdag 29 juli 2008

la segunda semana..

Goeiemorgen morgen daar,

Tijd voor een nieuw verslagje dat alweer veel te lang is geworden. Voor degene die niet te veel willen lezen kort samengevat:

De muggen stekken, de armen zweten, de buik broebelt en op kantoor is het een volledige puinhoop!

Voor zij die meer geduld hebben.. de lange versie.

Voor degenen die zo bezorgd waren: inderdaad de uitlopers van een tropische storm meegemaakt maar dat is allemaal zo erg nog niet (integendeel, van regen smelten wij belgen niet he). Vorige week was het ’s middags altijd lekker genieten van de uitlopers van de tropische (en koude) buien van Dolly. ’s Ochtends scheen de zon steeds vollebak en liepen de temperaturen evengewijs sterk op, tot ’s middags de regen dus met bakken uit de hemel valt. Sinds vrijdag is dat allemaal al heel wat beter, zodanig dat het weekend (ook al is het hier ‘winter’) in vele opzichten de beste zomerse Belgische weekends ruimschoots overtreft.

Zoals gezegd werk ik bij Carola, de Chileense sociaal werkster (en niet psychologe) die heelzekers aan 500 woorden per minuut praat. M.a.w, haar verstaan is moeilijk, maar voor de rest loopt dat Spaans zo stillekesaan wel los, mede dankzij de taallessen van ons aller Alan, die god-weet-welke-functie vervult hier in Sobrevivientes (maar zo zijn er wel meer). Deze week was alles nog zeer sterk op het gemak en ik liep ik maar wat mee, om wat ‘feeling’ te krijgen met de organisatie, werking en bedoelingen etc. Dinsdag zijn we zo bijvoorbeeld een publiek hospitaal gaan bezoeken, schrijnende toestanden daar. We hadden er een afspraak met Norma, een meisje dat een baby kreeg van haar vader. Ten eerste was het al een heel werk om binnen te geraken in het hospitaal. Bezoek ontvangen mag ‘in principe’ niet. Na het tonen van identificatiebewijzen, rondbellen en papiertjes met ‘toestemming’ te ontvangen, mochten we na een uur wachten dan uiteindelijk binnen. Voor de pasbevallen moeders zijn er geen bedden voorzien: ze slapen rechtop op een harde stoel. Aan de zakken onder de ogen van Norma te zien zeker geen optimale toestanden. Woensdagochtend was ik dan assistente bij een ‘bewustmakingscursus’ voor een volledige zaal officieren en agenten van de ‘nationale politie’, de zogeheten ‘partners in crime’ van Sobrevivientes (neem hier heel veel korreltjes zout bij). Rare toestand, ze volgen een lezing van een 3tal uren en zijn dan de zogenaamde ‘experten’ in gendergerelateerde onderwerpen in hun commissariaat. ’t Zou bij ons genen waar zijn. Ik mocht dus de diplomas mee helpen uitreiken en je kan je nogal voorstellen dat er dan heel wat hilariteit ontstaat als ik de Guatemalteekse, laat staan de Qakchuiqel en Quiche-namen moest uitspreken. En voor de rest zijn we nog enkele andere ‘cases’ gaan bezoeken, wat ten eerste zeer interresant is en ten tweede ook wel nog leuk is omdat ik steeds weer op nieuwe plaatsen kom.

Mijn huis dan. Vier dagen zonder electriciteit gezeten (ze vergaten de rekeningen te betalen, haha), en op zich vind ik dat niet zo erg ware het niet dat… Je geen water hebt (werkt op pomp, pomp werkt op elektriciteit), je je haar niet kan wassen, noch je kleren (and I was running out of onderbroeken..), je je moet behelpen met kaarsjes en die weinig licht geven (en leve de beesten als er geen licht is!). Na hemel en aarde te hebben bewogen, en een labyrint van poortjes en kantoortjes te moeten doorlopen, is dat uiteindelijk weer in orde gekomen…. op de dag dat ik ziek werd.

Want…donderdag lekker Guatemalteeks geproefd en dat zal mijn maag geweten hebben (ook al waren het maar vijf hapjes ofzo). De hele nacht door moeten overgeven en meer van dat moois, water drinken, overgeven, niet te doen. Met andere woorden, ooit plannen om naar Guatemala te komen? Breng dan veel lacteollekes mee! Vrijdag dus niet gaan werken, zaterdag was alles al heel wat beter, zodanig zelfs dat ik weer volledige alive en kicking ben na een zwaar verlengd weekend. Antigua en boekenbeurzen weliswaar door de neus geboord gezien, maar het zonnetje scheen dus niets getreurd.

Het voordeel is dan weer dat ik niet anders kon doen dan wat lezen en ben hiervoor dan ook naar het ‘centrale park’ (quasi zónder bomen) gegaan om daar op het gemak wat in het zonnetje te zitten. Tussen aanhalingstekens, want Canchita zijn (=blond) is hier de reden bij uitstek om een conversatie te beginnen waarbij men vol trots de volle 5 engelse woorden uit de mouw tracht te schudden om toch maar te tonen dat ze hier engels kunnen (en dan nog! ‘home’ wordt hier bijzonder raar uitgesproken als ‘chaim’ enz.). Hoeveel ‘privé-rondleidingen’ ik hier al niet aangeboden gekregen heb, hoeveel telefoonnummers ik al niet aangereikt gekregen heb… Dringend eens een beter excuus zoeken dan ‘heb geen gsm hier’, want tien minuten later rinkelde daar toch wel mijn gsm..

Zondag voelde ik mij alweer heel wat beter dus wouden Lucio en ik naar een of andere heilige Mayaplaats gaan om daar kaarsjes te doen branden, alwaar we op opzichters stuitten die ons de torenhoge prijs van 50 quetzal vroegen (wat neerkomt op 4,2 euro). Lucio schoot daardoor in een ferm colère, met alle reden overigens, dat dat zijn heilige plek was en hij daar toch niet voor moest betalen, etc etc. Ik stel voor dat ik volgende zondag mijn tafeltje aan de ingang van de kathedraal placeer en iedere gelovige 50 quetzales aftroggel… Dus hij naar binnen, waarna direct de hele aanwezige politiemacht opgetrommeld werd om de ongehoorzame onverbiddelijk te arresteren. En ik maar proberen discussiëren met die onnozele opzichter, een minimanneke dat dweept met regels en wetten. Nu, tegen wetten kan ik met mijn spaans nog niet op helaas. Uit frustratie zijn we dan maar met een bus (help! Lucht!) naar Mixco geweest om Lucios zus een bezoekje te brengen. ’t Was daar juist een of ander dorpsfeest met Power rangers en Turtles en mickey Mouse en Baloe enzo.

Ziek zijn (lees, vrijdag) met dertig graden buiten is geen aanrader, water met zout en limonade drinken ook niet. Maar we hebben het overleefd en mijn maag is alweer hersteld, zodus vandaag gaan ‘werken’. The big day van de verhuis vandaag, dus wij een hele ochtend in de weer met pakken, computers deïnstalleren, om rond 11 uur tot de conclusie te komen dat het gebouw waar we naartoe verhuizen nog (1) geen electriciteit heeft, (2) geen lampen heeft, (3) nog geverfd moet worden, (4) het beton voor de vloer er nog maar net gegoten is en er nog geen vloer is in sommige kantoren van de benedenverdieping. Aangezien we tegen donderdag uit het oude gebouw moeten zijn èn aangezien ze hier een BBC-reportage komen draaien aanstaande woensdag werd het volledige team na een wonderbaarlijk lange middagpauze opgetrommeld om te gaan kuisen. Wat niet wegneemt dat er nog superveel moet gebeuren om dat gebouw toonbaar te maken. Die reportages zijn volgens mij strategisch gepland want in de komende twee maanden gaan er niet meer dan 8(!) televisie-en/of radiostations over de nieuwe vloer komen. Ik zie dat zaakje nog niet direct in orde komen maar de anderen hebben goede hoop, bovendien is het nieuwe gebouw echt een enorme verbetering in vergelijking met het vorige.

’t Zal dus een rustig verhuis-weekje worden. Woensdag en donderdag word ik door enkele van onze advocaten meegenomen naar de andere kant van het land ( Huehuetenango, Solola) om daar twee ‘cases’ te bezoeken, ik ga er een verlengd weekendje van maken en er blijven tot Lucio mij komt vergezellen (want het is zijn geboortedorp en we mogen bij zijn lieve mama in haar minihuisje slapen) en we zondag huiswaarts keren. Want ik ben niet naar hier gekomen om te helpen verhuizen, ha!

Tot de volgende!!



(fotos uploaden lukt me voorlopig niet in dit prehistorische internetcafe..)

maandag 21 juli 2008

Buenos Diaaaas

Hola aan iedereen!

Eerst en vooral eens zeggen dat ik een slaapplaats gevonden heb. Een grote kamer in een huisje bij een inheemse hiphop-Guatemalteek, een hardwerkende Amerikaanse en een Canadese die allemaal in organisaties rond mensenrechten werken. En ik heb zelfs mijn eigen ‘patio’. Natuurlijk moet je dit allemaal met een korrel zout nemen he, een patio bestaande uit bakstenen, gebarsten ruiten, geen bed maar enkel een slechtliggende matras op de grond, vloeren die smeken om een dweil, geen gordijnen, hopen om detergent smekende afwas, de wc-bril valt constant af, en er zitten grote sprinkhaanachtige beesten. Maar toch, naar Guatemalteekse hoofdstadnormen is dit een luxe-editie van een huis, ben dus zeer content dat ik niet meer in dat hostal (vol met che guevara’s en revolutie-slogans: het heette niet voor niet hostal ‘twintigste van oktober’, de dag dat de revolutie begon..) moet slapen. Zaterdag was mijn eerste ‘vrije’ dag, en hoewel ik wat schrik had wegens alleen in de grote stad en niet weten wat gedaan, ben ik met de huishoudster van het hostal en haar zoontje de stad gaan verkennen in de gietende regen (uitlopers van een pacifische storm of zoiets). Rond de middag kreeg ik dan een telefoon van Nadine, een Belgische uit Wallonië, die me ook geholpen heeft om dit huisje te vinden – of ik geen zin had om met haar mee te rijden naar Antigua Guatemala, een zeer pittoresk dorpje annex voormalige hoofdstad. Zeer vriendelijk van haar, want ik moet denk ik de eerste dag toen ik de eerste keer met haar afgesproken heb een zeer verloren (alleen-in-de-grote-gevaarlijke-onbekende-stad) gemaakt hebben. Zij en haar Francisco hebben mij dus in de auto meegenomen naar Antigua: zeer mooi, zeer toeristisch ook, maar regen, rééégen! Allez, in Antigua eens goed gegeten (hoewel mijn maag toch nog steeds wat overhoop ligt) en lekkere koffie (ik zeg het maar omdat die hier zo goed is) gedronken, enkele boeken gekocht zodat ik hier ’s avonds weet wat gedaan (om half zeven is het reeds donker). Gisteren dan naar een Guatemalteekse doop geweest en ’s middags met de hiphophuisgenoot Lucio de stad gaan verkennen en het eerste Guatemalteeks pintje gedronken. In de regen, once again. Mijn Guatemalteeks Spaans hapert spijtig genoeg nog steeds serieus, wat soms wel ambetant is omdat je amper kan zeggen wat je wil. Ook 's avonds is het hier nogal doods. Er zijn wel bars, maar niet zoveel en je moet ver lopen wat dus ten zeerste af te raden is. Er is geen tv in ons huis, noch muziek (wat ik wel zeer hard mis). Tot zover de huis-vrijetijdperikelen. Sobrevivientes dan.

Sobrevivientes is alleszins groter dan ik gedacht/verwacht had: er werken zo’n 30 mensen waarvan ik eigenlijk slechts met vijf ofzo contact heb. Eerste indrukken is dat het nogal chaotisch is, niemand weet wanneer en wie er komt werken, waar iedereen naartoe is, er zijn dan ook nog een hele hoop mensen die er maar wat rondlopen (de ‘kuismadam’, die de vissen in de patio er met een netje en vijf toeschouwers uitvist wegens toeslaande verveling), en bewakers. Maar ook advocaten, psychologen en sociaal werkers. Die advocaten werken wel serieus door, de sociale werkers doen precies nog niet echt iets. Sobrevivientes werkt als volgt: vrouwen komen aankloppen met hun verhaal, de receptioniste maakt een eerste shifting: is het een zaak voor Sobrevivientes, of komen ze gewoon voedsel, een slaapplaats, een luisterend oor zoeken? Vervolgens gaan ze naar de psychologe die hun verhaal optekent en hen eventueel naar andere organisaties doorverwijst. Vrouwen moeten dus maar één keer hun verhaal vertellen, in tegenstelling tot de ‘officiëlere’ instellingen waar men van hot naar her gestuurd wordt. Vervolgens (maar hier ben ik na twee dagen nog niet goed aan uit) krijgen ze medische, paramedische (accupunctuur, massages, maar nog niets van gemerkt) steun, worden ze in uiterste nood naar een anonieme slaap/schuilplaats gebracht, waarna er een dossier wordt opgesteld door de sociaal werkers. De advocaten (er werken er zo’n tiental) krijgen vervolgens hun verhalen in handen en proberen de ‘daders’ te lokaliseren en sanctioneren. Het gaat hier dus in concreto over vrouwen die slachtoffer (al hou ik niet van dat woord) zijn van interfamiliair geweld, van verkrachting, die familie hebben die vermoord is en de daders willen aanklagen (en moeten opboksen tegen structurele ongelijkheden, macht, etc.). Sterke verhalen, dat wel, en je ziet aan de mensen die er werken dat zij er nog dagelijks door geëmotioneerd geraken.

Zo waren er vrijdag ouders wier kind vermoord is, en die de daders met hulp van sobrevivientes voor 50 jaar (het maximum) in de cel gekregen hebben. Echter, zij worden nu zo geviseerd èn bedreigd dat ze moeten verhuizen naar Spanje, hoewel ze van bescheiden afkomst zijn en zelf amper over de middelen beschikken om elders een ‘nieuw leven’ te beginnen. Sobrevivientes steunt hen hier dan in. Dat is maar één van de verhalen. Ook al was ik er mentaal nog niet steeds goed bij (jetlag, taalbarrière), ik heb zo het gevoel dat er nog heel wat sterke verhalen de revue zullen paseren.

Volgende week maandag verhuist Sobrevivientes naar een ander gebouw, dus dat zal ook nog hectisch worden (en het is hier al zo'n soepje).

Vrijdagmiddag zat er een hele hoop Amerikaanse studentes in het miniscule eetzaaltje van sobrevivientes, die ook een studie doen over geweld tegen vrouwen in Guatemala. ’s Avonds ben ik met hen gaan eten, en ben uitgenodigd voor een of andere officiële conferentie, we shall nog see of ik er naartoe ga of niet.

Wat de thesis zelf betreft heb ik al enkele gesprekken gehad met de sociale werkers, maandag kan ik normaal gezien meeluisteren met de psychologe (althans, ik denk dat ze psychologe is). Normaal gezien, want er wordt hier precies veel gezegd en weinig gedaan. Er werd mij gevraagd om een planning op te stellen wanneer ik kan helpen in de organisatie en wanneer ik kan werken, dus daar ga ik mij straks eens op smijten. Verder ga ik vandaag nog eens uitpluizen wat een meer concrete invalshoek kan zijn, want het thema is zo breed als iets. Een ding dat mij al is opgevallen is dat de term ‘femicide’ er misschien wel over is. Er worden inderdaad zeer veel vrouwen vermoord, en gewelddadig, maar er worden nog steeds zo’n vier maal meer mannen vermoord dan vrouwen (ruwe schatting). Wat wel vaststaat, is dat vrouwen vaker op een zeer brutale wijze om het leven komen, en mannen vaker slachtoffer zijn van afrekeningen tussen de narcotraffickers of mara’s (straatbendes) bijvoorbeeld…

Zo, ik heb hier alweer meer geschreven dan mijn bedoeling was. Ik hou jullie verder op de hoogte! Laat gerust eens wat weten over la vida en belgica!

Binnenkort probeer ik wel eens wat foto's online te smijten. Ik heb echter amper toegang tot internet en in de weekends zijn de internetcafés gesloten, dus wat geduld..

Katrijn

donderdag 10 juli 2008

Nog 5 dagen...

... en alvast wat literatuur voor jullie ter inleiding:
lees alvast dit (klik klik), verschenen in MO*Magazine (30 april 2008), n.a.v de academische week rond vrouwenrechten en feminicide begin maart.

Ik probeer dit hier wekelijks te updaten. Of dat ook zal lukken is andere koek. Alleszins, feel free om af en toe een opmerking of een stukje van jullie levens achter te laten bij de reacties.

Katrijn