dinsdag 26 augustus 2008

eind augustus... reeds

Een nieuw verslagje, weinig zin en weinig tijd om veel te schrijven dus ik hou het deze keer (echt!) kort.

Maandag en dinsdag waren uitlopers van ziekjes zijn. Veel zakdoeken vol gesnoten. Veel melk met honing gedronken. En thee. Woensdag gaan supporteren voor Guatemala. Ze speelden zwak en verloren, tegen de Verenigde Staten van Amerika die zo mogelijk nog slechter speelden maar wel een goal maakten – ook al heeft niemand echt bewust gezien hoe werd gemaakt. Veel lelijke woorden bijgeleerd. Guatemalteken zijn zot als het op supporteren aankomt, de waves en toeters, de op en neer bewegende rijtjes, de vlaggen op de kaken, de blauw-wit gemanicuurde nagels, de bandana’s en hoedjes waren niet te tellen. En ze kunnen allemaal de nationale hymne uit het hoofd, met het hand op het hart. En vanzelfsprekend was het de arbiter zijn schuld dat ze verloren. En ik was de gringa uit het gezelchap.

Donderdag en vrijdag enkele organisaties in het nationale paleis bezocht. Het nationale paleis is een beetje van een doolhof.

Vrijdag in de vooravond doorgebracht op de top van ons dak. Daarna eens goed uitgegaan. Salsa proberen dansen. Te vroeg naar huis gekeerd (om 1 uur sluit alles, altijd, verplicht).

Zaterdag naar Antigua gegaan (wetenschappelijke boekenwinkel willen bezoeken) om te constateren dat die niet open was. Toen ik naar huis wou met de bus vlug nog een plaspauze ingelast in het eerste beste cafe waar ik moest wachten op een bezet toilet, en opeens Nadine buitenkwam. Ik mocht terugrijden met Nadine. Op weg naar huis nog twee mensen tegengekomen die ik de vrijdag had leren kennen en per ongeluk ook in Antigua waren. Hoe klein kan de wereld zijn.

Thesiscrisis gehad toen Nadine me opeens begon te vragen wat ik in ’s hemelsnaam aan het onderzoeken was, dat iets als feminicide helemaa niet bestaat, een constructie is van een bende lesbische feministen, en dat ik mij de hele tijd in die feministische kringen begeef ik gebrainwashed wordt en dus dringend eens een boek van haar moet lezen.

Zaterdag vervroegd bed ingekropen met thesisstress. Zondag opgestaan om te genieten van een prachtige, hete dag. Een beetje gekalmeerd door Caren. Samen koken met de huisgenoten en samen te relaxen op het terras, afgesloten met een ijsje en een filmpje. Meer moest dat niet zijn.

Wat betreft de thesis – die resulteert in een emotionele thesiscocktail, including de ups (ik ben goed bezig! Yes!) als downs (ik heb nog niet veel, uiteindelijk herhaal ik steeds wat ik reeds las, breng ik niet echt iets nieuws aan, en begeef ik mij (??) te vaak (??) in feministische kringen?). Maar de interviews zijn begonnen, de ene al interessanter dan de andere, en Carmen is eindelijk (!) gelokaliseerd.

Voila, week voorbij. Tot volgende!

Guatemala - VSA: 0 - 1


vier uur op voorhand wachten..


Zotte Guatemalteken

dinsdag 19 augustus 2008

Los diablos rojos (zo zagen we er toch uit, na een dagje strand)

Meer nieuws en meer foto’s: ik heb een of ander draadloos netwerk ontdekt dus vanaf heden ook wat vaker internet.

Aangezien Irma, mijn nieuwe kantoorgenote, nogal gespecialiseerd is in genderstudies, begin vorige week direct een hele hoop boeken op mijn bord gekregen in’t begin . Wat thesis betreft komt het vooral neer op: enkele boeken verslonden, een bezoekje gebracht aan een plaatselijke NGO die werkt rond vrouwen om te constateren dat het overal dezelfde ‘mess’ is. Ik had een boek nodig, zij hebben een week nodig om dat boek te zoeken: ‘bel je volgende week nog eens?’. Verder was dus het plan om Carmen, het meisje die ook werkt omtrent feminicide te contacteren. Wat heeft opgeleverd dat ik er niet van moet verschieten om hier te maken te krijgen met gekloonde GSMnummers – raar maar waar: sms’sen ontvangen gaat, bellen op hetzelfde nummer levert steevast een zeer furieuze Guatemalteekse op die schreeuwt dat ze Carmen niet is en inhaakt (x 10). Gevolg: Carmen onbereikbaar.

De week is verder zeer rustig verlopen, zoals iedere andere ‘werkdag’, afgezien van het feit dat ik nu niet meer des ochtends geëscorteerd wordt naar sobrevivientes maar elke dag de bus moet nemen. Beter zo (een vol kwartier langer slapen), anderzijds moet ik nu met de laptop op de bus..

En verder gaat het leven hier in Guatemala stad iedere avond zijn zelfde (saaie) gangetje. Had ik al gezegd dat Guatemala stad saai is? Guatemala stad is saai. ’s Nachts toch. Er zijn amper leuke cafeetjes, noch andere dingen te doen. Bovendien kan je ’s avonds geen bussen meer nemen, en als je in taxi ergens heen wil mag je algauw heel wat duiten neertellen. Veel anders zit er dus niet op dan ’s avonds een filmpje kijken en betrekkelijk vroeg het bed induiken.. helaas.

Donderdag zoals gezegd zee-dag. De reis ernaartoe was op zich al een avontuur. Na autostrade, verharde weg en semiverharde weg volgde een kronkelige landweg met heel wat diepe putten die zich de dag ervoor hadden gevuld met, jawel, regen. Over het algemeen waren het eerder kleine plassen, tot we opeens voor een serieus aantal kubieke meter water stonden. Aangezien de minibus al andere plassen door‘zwommen’ had zouden we hier ongetwijfeld ook door raken, dus hup het water in. Geen idee dat het zo diep was en het resultaat liet ook niet lang op zich wachten. We waren nog maar net de ‘plas’ uit als de motor het begaf. Aangezien ik de enige was van het minibusgezelschap die kon rijden had ik de aangename taak om achter het stuur plaats te nemen terwijl de anderen uit volle macht probeerden de minibus in gang te duwen. Het mocht niet baten. Na ettelijke telefoons heen en weer zijn ze er uiteindelijk toch in geslaagd de minibus weer in gang te krijgen. Pas ‘s avonds laat toegekomen, en direct het strand op om een vuurtje in gang te steken en de gitaar boven te halen. En dan: in de donkere nachte onder volle maan de superwarme Pacifische oceaan in, in de hoge en wilde golven duiken, en het in de verte zien bliksemen. De pacifische oceaan, mannen, is super.

Toen we teruggingen naar het ‘hotel’, dat uiteindelijk neerkwam op het huis van Nelson, een vriend van onze Romeo, ging het zingen onverminderd door. En toen kwamen de zotte Guatemalteken op het idee om films, dieren uit te beelden (reken daar films bij als ‘virgen at forty’ en je kan je de hilariteit van het gezelschap voorstellen). En dat allemaal op koffie en thee. Ik wil mij niet teveel voorstellen hoe het dan moet zijn na enkele mojito’s ofzo. Kortom, ’t was redelijk laat (vroeg) als we in bed zaten, en lang moesten we niet slapen met de opkomende hitte… En een weetje: een tweepersoonsbed wordt hier niet verticaal, maar horizontaal beslapen. Rare mannen.

Vrijdag dan, opgestaan onder stralende hemel dus tijd om het water in te duiken. Het plan om te gaan vissen gauw laten varen aangezien de golven werkelijk zeer wild waren. Het (zwarte) zand kroop bovendien werkelijk overal zodat ik mij een levende zandbak ging voelen. Verder ook voor de eerste keer in mijn leven krabben gegeten. Daarna tijd voor een siesta op het ‘tweede verdiep’, net onder het rieten dak: superzot zicht op de zee en bovendien een zachte zeebries. Zelden mij zo relax gevoeld. De rest van de dag gevuld met: het zwembad van de buren induiken, de zee induiken, voetbal spelen op het strand, krabben en slangen en (supergrote) schildpadden tegenkomen, de aanvallen van ‘hamacas locas’ ofte zotte, wildgeworden hangmatten trotseren (het favoriete spelletje van onze advocaten, ik en mijn blauwe plekken vonden dat heel wat minder leuk). ’s Avonds dus bekaf in bed gekropen… en dan begon de miserie. Want..

Zaterdag was dan de dag waarop al het ongeluk van de wereld zich op mijn persoon richtte. Eerst en vooral: de nacht van vrijdag op zaterdag elk uur van de nacht zien passeren met hevige buikkrampen (type: ik-lig-gekronkeld-in-mijn-bed-en-kan-niet-meer-bewegen-anders-veel-meer-pijn) en bijhorende chronische toiletdrang. Dat enige toilet bevond zich dan nog eens in de enige badkamer van de kamer waar twee andere personen sliepen. Aangezien ik bovendien niet (nogmaals) op buikkrampen voorzien was had ik dan ook niets van medicamenten ofzo mee buiten een dafalgannetje (maar !! er was geen drinkbaar water meer over). Er zat dus niets anders op dan buikkrampen te proberen negeren, wat dus helemaal niet lukte. Ik heb dan ook amper geslapen. De ochtend op weg naar Guatemala was het ‘ikmoetdringendplassen’gevoel helemaal nog niet over, wat resulteerde dat ik op de terugweg om het half uur moest vragen om te stoppen. Eenmaal in Guatemala aangekomen werd iedereen mooi thuis gedropt, maar aangezien mijn huis ‘van de route’ afweek ging Romeo, onze chauffeur, mij persoonlijk met zijn auto thuisbrengen. Eerst en vooral zat ik daar dan doodziek in Sobrevivientes (waar zijn auto stond) te wachten, maar meneer had er niets beter op gevonden al zijn e-mails te controleren èn te beantwoorden. Ik dan maar gewoon naast hem gaan zitten om hem een beetje op te jagen, wat ook lukte. Nadat hij iedereen daag had gewenst en nog eens de verbouwingen was gaan checken mocht ik eindelijk in zijn voiture plaatsnemen, en toen wou de motor van zijn auto niet starten. Ondertussen al 13u ’s middags (en een voormiddag zonder drinken en chronsiche plasdrang lieten mij helegans gedehrydateerd voelen). Dan maar een beetje ziek naar huis gestapt, om thuis te komen en de deur niet open te krijgen. Aangezien ik dacht dat de deur van binnenuit gesloten was bleef ik maar bellen, maar niemand thuis. Carrie zit een week in L.A., Lucio zijn gsm is gestolen dus ik kon hem niet bellen, en van Caren heb ik geen telefoonnummer. Met hulp van de schouder van de overbuur dan toch binnengeraakt (deur klemde). Om daar een briefje aan te treffen van Caren, vragende of ik AUB VANDAAG NOG de HUUR wou betalen, dat het de LAATSTE dag was dat dat kon. Ik versteld staand, want ik had maandag al mooi mijn deel mèt een papiertje erbij op haar bed gelegd. Rampscenario’s voor ogen (hadden de vrienden van Carrie, die geen warm water hadden en bij ons kwamen douchen, het geld zien liggen en lekker meegenomen? Was het achter haar bed gevallen? Had ze het briefje niet gelezen (het was geschreven op donkerbruin papier) en het geld dat ertussen zat niet gezien en weggesmeten?). Op de koop toe moeten constateren dat er tussen twee tenen een enorme rode bobbel stond met een of ander zwart holletje erin – een beet van een of ander beest van op het strand dat nu opgezwollen was. Pijn pijn, en de dichtstbijzijnde apotheek uitzonderlijk gesloten. Ik dus in bed gelegen wachtend tot de eerste persoon thuiskwam om die naar een andere apotheek te sturen. Die kwam niet, dus net voor het donker dan maar zelf naar een apotheek gesukkeld – om na twee minuten reeds buiten adem te zijn. Bij gebrek aan een handdoek moest ik alvorens ik kon douchen maar mijn gezouten strandgerief en kleren te wassen, en achteraf te zien dat mijn favoriete t-shirt bij het drogen buiten de trommel geraakt was (hoe???) en dus goed is voor de vuilbak. Op de koop toe ’s middags een hoestje gekregen dat enkel verergerd is. Resultaat: een neus zo verstopt als het putje van onze douche. Man, wat had ik zin om thuis in mijn eigen bedje te liggen toen. Aah, wat was zaterdag een kakdag. Twee extremen op twee dagen.

Zondagochtend moeten constateren dat er nog steeds niemand was en ik mij dus heel alleen in ons huisje bevond. Geslapen, naar de feria (kermis) gegaan en naar een of andere reliefkaart van guatemala gaan kijken. Thuiskomen en merken dat er nog steeds geen spoor was van Caren of Lucio, dus na (alweer) een filmpje (hide and seek, en ik kon er niet van slapen) heel de nacht gefixeerd naar elk geluidje liggen luisteren. Toen ik eindelijk goed en wel in slaap gevallen was opeens wakker geworden van, wat ik dacht, krijsende kindertjes in de straat. Uiteindelijk bleek het onze kat te zijn…..

Het verhaal van onze kat

(te skippen naar keuze, want vies verhaaltje).

Onze kat is een of ander straatbeest dat Carrie heeft gevonden en meegenomen naar huis. Niet alleen stinkt het beest enorm, haar vacht heeft ook allemaal aangename beestjes. Zelf ik moet er niet al te veel van weten. En suma, de kattenbak wordt veel te weinig ververst wat een aangenaam geurtje oplevert. Bovendien is de kat ook niet gesteriliseerd, wat eveneens niet zo leuke geuren oplevert. Enfin, deze nacht dus. Ik superhard verschoten, naar beneden gevlogen om het licht daar aan te doen, en te zien dat de living bezaaid ligt met plukken haar èn een vloeibare substantie. De kat van de buren moet binnengekomen zijn door het tiencentimeteropenstaande raam om onze kat in een of ander moment van zinsverbijstering of lust te bespringen. Ik had de kat van de buren zien vluchten, maar vond nergens de onze terug. Tot ik opeens vanuit de kamer van Lucio een pipigeluidje hoorde. Het licht aangedaan om de kat helemaal bovenaan in het gordijn te zien hangen, al plassend. En stinken dat die kamer deed. Enfin, ik in bed gekropen en nog een half uur wakker gelegen. Deze morgen gezien dat onze kat volhing met haar eigen vuiligheid. En ik had helemaal geen zin om de boel op te kuisen.

Deze avond dan ook op mijn donder gekregen van Lucio die het niet leuk vond dat ik zijn deur had laten openstaan (en hij al de pipi en kaka in zijn kamer had gekregen). Terecht, maar het was niet ik die dat gedaan heeft he, stomme kat.

Groeten vanuit het land met meer gewapend bewakingspersoneel dan politie,

Katrijn


(dit moet zowat het langste weekverslagje ooit zijn)
(gisteren zo enthousiast dat België in de semifinale zat, nu blijkt dat ze verloren, pfuh)

Foto's Monterrico


'zotte hangmatten'


Dat krijg je ervan, als je heel de tijd frijoles (bonen) eet
(het nationale gerecht hier, trouwens, samen met tortillas)


monterrico beach
x2






krab eten

dinsdag 12 augustus 2008

Foto's Atitlan

het meer van Atitlán maal twee, de kathedraal weerspiegeld in de fontein, typische kleurrijke stofjes..





Atitlan enal

Een nieuw verslagje,

De tijd vliegt voorbij, week 4 is achter de rug en het bezoek aan het meer van Atitlan (een must voor elkeen die naar Guatemala komt, zo schijnt) ook.

Beginnende bij het begin van de week: al bij al valt de stageaire nog mee als je niet let op haar decolleté, hoge hakken en nagels die elke dag in een andere kleur èn ander glitterproductje geverfd worden. Maandag stond opeens een tweede stageaire voor de deur om krak hetzelfde werk te doen als stageaire één en hoogst eigenaardig sprak deze een mondje Nederlands (de Hollanders veroveren de wereld, oja). Nu, je zou denken dat twee stageaires èn ik teveel zijn in een kantoortje van vier op drie meter, maar geen probleem voor ons aller Carola. Resultaat: twee stageaires en ik, en dat vond ik teveel van het goede. Vandaag een ander plaatsje gevraagd èn gekregen, bij de (zo-goed-als) vice-directrice van Sobrevivientes, wat mijn inziens een betere plaats is want heb vandaag honderden adresjes gekregen en de rest van de literatuur volgt nog. Resultaat: working 8 to 5 (wat een ‘winst’ van een half uur is) al lezende, statistieken vergelijkend en zuchtend. Ik weet nog steeds niet goed waar begonnen, zucht.

Verder ging de week voorbij in collaboratie met twee Oostenrijkse journalisten (alwaar ik twee dagen mee opgetrokken heb), een hele resem onbekende journalisten (alsook deze week, Sobrevivientes èn Katrijn (haha) binnenkort te zien in Oostenrijk, Spanje (X 2), Australië en Engeland. Woensdag, of was het donderdag, was het dan barbecue om de ‘plechtige inhuldiging’ van onze bouwwerf te vieren, wat een reden was om de Chileense pisco (aanrader) te degusteren en 1/3 van onze equipe te zien dansen op de tonen van ‘aaaaaaaaaiiii mi amoooor, aaaaai qué dolor’. ’s Avonds een Guatemalteeks Grieks drama bijgewoond in de theaterzaal, met euh – zeeeer veel – functioneel naakt. En slecht dat het was, overacting in het kwadraat, lees: de rug van de hand tegen het hoofd, ogen ten hemel opgeslaan en zachtjesaan door de knieën zakkend om hun hartzeer een zeer theatrale uitdrukking te geven. Grieks drama en Guatemala, dat zijn geen vriendjes.

Voor de rest ’s avonds altijd, ahum, mogen ‘inslapen’ op het ge-rap van Lucio en Ixim, de Mexicaan. Vroeg slapen zat er dus niet in en dat heb ik gevoeld ook.


Vrijdag dan een beetje vroeger van het werk vertrokken om richting Solola, het meer van Atitlan, toeristisch Panajechel en één van de twaalf apostelen-dorpjes rond het meer (San Marcos) te trekken. Aangezien de buschauffeurs hier van het principe ‘duwen tot er niemand meer bijkan’ zijn, heb ik de drie uren durende, hobbelige baan rechtopstaand mogen beleven. Voeg daar nog eens de drie decibel producerende boxen van het gammele autobusje aan toe, alsook de sandwich-personen op de banken (drie op plaatsen van twee), en je hebt een idee van hoe het is om in zo’n busje te reizen.

En hoe kan het nu ook anders dan dat we daar toekwamen, en de eerste regendruppels zachtjesaan, maar in crecendo, uit de hemel vielen. De gringo’s ontwijkend om iets te gaan eten, uiteindelijk op ons poep gezeten beland in een plaatselijk winkeltje, wachten tot de regen toch iets verminderde om toch tenminste een glimp van het meer in de donkere nachte op te vangen. Mislukt. Een hotel gezocht en dan maar gaan dansen. Raar genoeg prefereert Lucio merengue, salsa, reggeaton en reggea boven hiphop om te dansen, en het moet gezegd dat ik nogal afstak tegen al die wiegende heupen en schuddende borsten. Maar soit, het was fun fun fun. Ook in het kwadraat. De nacht en schreeuwende hollanders in de kamer naast ons was heel wat minder..

Des ochtends dan opgestaan met, hoe kan het ook anders, regen. Toch de plaatselijke markt afgeschuimd en in bed beland met, alweer, buikkrampen. Om die op mijn beurt ’s middags dan weer door te geven aan Lucio. Het eten van vrijdagavond was waarschijnlijk verre van vers (maar raar genoeg toch wel lekker). Alleszins, het boottochtje naar San Marcos was een avontuur op zich. Het begon veelbelovend, maar eindigde met hoge golven op het meer, een stortbui van jewelste boven ons hoofd, heel de bemanning van het bootje kletsnat including mijn enigste broek. En de toon was gezet voor de ganse middag. Bovendien hadden we niet genoeg geld bij ons, was er in San Marcos helemaal geen geldautomaat, en hadden we amper genoeg geld om te eten (wat een prijzen daar ook). Niet wetend wat gedaan dan ook een hele middag moeten ‘schuilen’ in ons hotel, leuk is anders. Uit pure verveling dan maar zeer vroeg in ons bed gekropen, na eerst nog twee uur ‘waargebeurde’ en ‘Mayaanse’ spook-en geestverhalen te horen van Lucio. Resultaat: Lucio ligt te ronken, Katrijn ligt wakker met een heilige schrik voor de blaffende honden – volgens Lucio het teken dat de voorouders aanwezig zijn.

Zondag was dan weer een stralende dag. Ontbeten aan de oevers van het meer, een wandeltochtje ondernomen richting rotsen, om dan vanaf de rotsen en in ondergoed het helderhelderblauwe water te duiken. Serieus, wat een beleving – rondom mij niets anders dan groene bergen en grijze vulkanen. Uiteindelijk op een spiegelglad meer teruggekeerd naar Panajechel om daar onze eetschade serieus in te halen. En dan de bus terug, zelfde verhaal.

Voila, dat was het zo’n beetje. Vrijdag is het net zoals bij jullie feestdag, wat betekent dat we niet moeten werken. Met gans de equipe gaan we twee dagen richting Montericco, een strand met de belofte van torenhoge temperaturen. Ik ben benieuwd. Vandaag zijn de temperaturen alleszins veelbelovend, maar evenzeer belooft dit ook veel voor vanavond (onweders). Dit weekend is het hier een of andere feria niet ver van huis, maar ik denk dat ik maar eens mijn interviewlijst ga opstellen.

En verder:
-kan ik nog een maandje langer in ons huis blijven.

-is onze kattenbak eindelijk ververst

-hebben we tickets gekocht om te gaan supporteren voor Guatemala in de match Guatemala-VSA.


Chau. En geniet van de foto’s.



dinsdag 5 augustus 2008






Yes, fotos kunnen uploaden.
hier zien jullie
ik en alan in sobrevivientes, Lucio op onze patio, de centrale markt van guatemala stad, een kindje van een vrouw die we gingen bezoeken, en ik in Mixco, net genezen.

Van onder de plaatselijke stortbuien...

Hallo allen,

Zal de draad maar oppikken waar ik hem vorige keer heb laten vallen: twee dagen helpen verhuizen deze week en toen was het welletjes. Het ‘weekendje’ uit is echter letterlijk in het water gevallen, dus dat wordt uitgesteld tot volgende week. Desalniettemin woensdag met een advocaat, een pistolero-bodyguard (ojaa ja), een fotograaf en een chauffeur naar Huehuetenango gegaan om daar een reconstructie van een verkrachting bij te wonen en te registreren (zonder in detail te treden, dat is me nogal een zootje zeg..). Zes uur rijden op de transamerikaanse ‘autostrade’ (ahum), aanhoudende regen èn een geleende winterjas verder toegekomen met barstende hoofdpijn, ook al bevond ik mij in het aangename gezelschap van vier mannen, ha. Blij dat ik in het (dure) hotel een warme douche had, van de baksteenhoofdkussens zal ik maar zwijgen. Volgende dag om 6 uur opstaan om om 7 uur op het centrale verzamelpunt te zijn, Luz Mendez (die er ook bij was op de academische week) te zien, èn te moeten constateren dat de zogenaamde officials pas rond 11 uur konden komen. Desalniettemin, we gingen de bergen in , en wauw… wat een bergen daar. Onder een stralende zon met open ramen de frisse en o zo pure berglucht ingeademd, op weg naar het ubergezellige huisje van een ma’m-familie, één van de zoveel inheemse bevolkingsgroepen. ‘Tsjech’ betekent in hun taal trouwens klootzak, leuk he, zo andere talen kennen.. Zeer lekkere Atol gedronken (maïsdrank met kaneel en een soort rijst, lekkerrr), hun huis-sauna geïnspecteerd, mijn eerste koffieplanten gezien, limoenen en appelsienen cadeau gekregen, alsook het telefoonnummer van een andere Guatemalteekse studente die haar thesis over de femicide maakt (maar vooralsnog niet antwoord op mijn berichtjes op haar voicemail..) maar vooral van het uitzicht genoten. De “officials” bleken uiteindelijk nog later te komen dan verwacht, wat ons verplichtte tot tijd doden door het eten van pistasche-noten en chips met limoen, maar toen we de kronkelige bergpaadjes beklommen werden de frustraties gauw vergeten. Vervolgens vanachter in de pick-up van de top van de bergen naar beneden gereden (langs inheemse dorpjes), van het uitzicht genoten, en mogen genieten van een ijskoude stortbui (en met storten bedoel ik: gieten, plensen, ongelooflijk) onder een plastiek die we met alle macht moesten tegenhouden om het wegwaaien ervan te voorkomen. Ongelooflijk was het, je zag het in de ‘verte’ regenen, donkerdonkergrijs, en plots zit je er dan zelf in.. onder een plastiek terwijl boven je de donder kraakt.

Vrijdag was dan de eerste werkdag in ons nieuwe gebouw dat er al heel wat treffelijker uitzag, hoewel we nog steeds geen elektriciteit hebben. Oostenrijkse journalisten ontmoet die me wisten te zeggen dat er die avond een boekenvoorstelling plaatsvond op de ‘boekenbeurs’, en guess what, over femicide. Aangezien mij duizend maal gezegd werd dat ik zeker niet alleen daarheen mocht gaan (veel te gevaarlijk) en zéker een taxi terug moest nemen, heb ik Lucio maar meegetrokken met mij (in de bus) en zijn we (in het pikkedonker) met de bus terug naar Zone I gegaan, Lucio geheel op zijn ongemak (maar er waren geen taxi’s). Enfin, op de boekenbeurs heb ik met enkele interessante mensen gepraat, telefoonnummers uitgewisseld, en maandag (vandaag dus) vliegen we erin. Vrijdagavond dan uitgegaan op de zwoele reggae-beats om rond 12 uur naar huis te gaan en terecht te komen in een minifeestje van de Canadese Caren en de Amerikaanse Carrie. Was dus laat toen ik in mijn bed lag, en vroeg toen ik wakker werd van een ‘por favor, ayudame!!’ in de straat. Wat dus zoveel betekent als: alstublief, help mij!! Ik dacht dat ik nog sliep en draaide mij lekker om, maar aangezien het maar bleef aanhouden uit mijn raam gekeken en gezien dat er een vrouw ronddoolde in onze straat, in pyama, haren ongewassen, vuile striemen in het gezicht. Ik wist niet wat gedaan, dus Lucio maar wakker gemaakt, die mij wist te vertellen dat die vrouw al een half jaar in de straten ronddoolt op zoek naar een goede ziel die haar wat eten geeft, een plaatsje om te slapen. Pijnlijk. Zeker toen Lucio droogweg zei ‘één dezer dagen vinden ze haar dood terug”. Slik.

Zaterdagochtend dan telefoon gekregen van Nadine, of ik geen zin had om met haar naar de markt te gaan, waarna ze mij meetroonde naar een organische winkel waar men natuurlijke producten verkocht (oa heerlijke koffie, want ook al produceert men hier genoeg koffie, lekker is ze niet als je ze op café wil drinken), gemaakt door vrouwengroeperingen. Enfin, ik heb natuurlijke peper, natuurlijke koffie, natuurlijke zeep, natuurlijke sesamkoeken, natuurlijke shampoo en natuurlijke olie gekocht, ha. Waarna onze tocht verderging langs een klein lokaal marktje, waar ik voldoende ananassen, papaya’s, en veel te veel sinaasappelen heb gekocht voor de zieke Lucio – nu was het eens mijn beurt om hem te ‘verzorgen’. ’s Middags met een boekje in het parkje dichter bij huis gezeten om opeens getrakteerd te worden op een grote Magnum door Lucio die wonderwel plotseling genezen was.

Vandaag zondag zijn we naar Antigua gegaan – een van de komende weekends met beter weer ga ik toch eens de rug van de vulkaan beklimmen. Mooi, maar zeer toeristisch, veel te veel gekocht. Op het moment dat ik dit typ staan twee houten schildpadjes met hun kop te headbangen op het ritme van mijn muziek, ik bedoel maar..
De busreis naar Antigua was op zich al een avontuur, want hoewel iedereen al met drie op banken van twee zat (dus, telkens 1 persoon met slechts 1 bil) bleven ze er maar mensen bijduwen. Heb er helaas geen foto van. Enfin, geradbraakt uiteindelijk in de gietende regen gewacht op een andere hiphopvriend van Lucio die speciaal uit Mexico kwam – ze zijn nu beneden in de living hun liedjes aan het uitschrijven en aan het rappen. Met grote honger dan maar een typisch Belgisch gerechtje gemaakt voor mij en voor hen (boontjes met ajuin-bouillonsaus, vlees en patatjes), terra incognita voor hen maar volmondig goedgekeurd.

Alles hier goed dus,

De muggen stekken nog steeds en de beten worden steeds groter (terwijl de korstjes van de vorige beten nog niet verdwenen zijn), regen en zon wisselen af, het kantoor is groot, de matras nog steeds slecht.
En goed nieuws: de vuilnisbakken worden geleegd, het water voelt al niet meer zo koud aan als ik wil douchen, de afwas wordt gedaan, het huis wordt gekuist, de handdoeken met vuil van een jaar eigenhandig uitgewassen. Yes!

En oja, ik krijg er morgen een Guatemalteekse stageaire bij (Posh Spice in het kwadraat, en het werken in Sobrevivientes was ‘van moeten’. Ze durft in haar hooggehakte schoenen niet eens de straat op) – afwachten wat dat zal geven.

Besos a todos.