dinsdag 19 augustus 2008

Los diablos rojos (zo zagen we er toch uit, na een dagje strand)

Meer nieuws en meer foto’s: ik heb een of ander draadloos netwerk ontdekt dus vanaf heden ook wat vaker internet.

Aangezien Irma, mijn nieuwe kantoorgenote, nogal gespecialiseerd is in genderstudies, begin vorige week direct een hele hoop boeken op mijn bord gekregen in’t begin . Wat thesis betreft komt het vooral neer op: enkele boeken verslonden, een bezoekje gebracht aan een plaatselijke NGO die werkt rond vrouwen om te constateren dat het overal dezelfde ‘mess’ is. Ik had een boek nodig, zij hebben een week nodig om dat boek te zoeken: ‘bel je volgende week nog eens?’. Verder was dus het plan om Carmen, het meisje die ook werkt omtrent feminicide te contacteren. Wat heeft opgeleverd dat ik er niet van moet verschieten om hier te maken te krijgen met gekloonde GSMnummers – raar maar waar: sms’sen ontvangen gaat, bellen op hetzelfde nummer levert steevast een zeer furieuze Guatemalteekse op die schreeuwt dat ze Carmen niet is en inhaakt (x 10). Gevolg: Carmen onbereikbaar.

De week is verder zeer rustig verlopen, zoals iedere andere ‘werkdag’, afgezien van het feit dat ik nu niet meer des ochtends geëscorteerd wordt naar sobrevivientes maar elke dag de bus moet nemen. Beter zo (een vol kwartier langer slapen), anderzijds moet ik nu met de laptop op de bus..

En verder gaat het leven hier in Guatemala stad iedere avond zijn zelfde (saaie) gangetje. Had ik al gezegd dat Guatemala stad saai is? Guatemala stad is saai. ’s Nachts toch. Er zijn amper leuke cafeetjes, noch andere dingen te doen. Bovendien kan je ’s avonds geen bussen meer nemen, en als je in taxi ergens heen wil mag je algauw heel wat duiten neertellen. Veel anders zit er dus niet op dan ’s avonds een filmpje kijken en betrekkelijk vroeg het bed induiken.. helaas.

Donderdag zoals gezegd zee-dag. De reis ernaartoe was op zich al een avontuur. Na autostrade, verharde weg en semiverharde weg volgde een kronkelige landweg met heel wat diepe putten die zich de dag ervoor hadden gevuld met, jawel, regen. Over het algemeen waren het eerder kleine plassen, tot we opeens voor een serieus aantal kubieke meter water stonden. Aangezien de minibus al andere plassen door‘zwommen’ had zouden we hier ongetwijfeld ook door raken, dus hup het water in. Geen idee dat het zo diep was en het resultaat liet ook niet lang op zich wachten. We waren nog maar net de ‘plas’ uit als de motor het begaf. Aangezien ik de enige was van het minibusgezelschap die kon rijden had ik de aangename taak om achter het stuur plaats te nemen terwijl de anderen uit volle macht probeerden de minibus in gang te duwen. Het mocht niet baten. Na ettelijke telefoons heen en weer zijn ze er uiteindelijk toch in geslaagd de minibus weer in gang te krijgen. Pas ‘s avonds laat toegekomen, en direct het strand op om een vuurtje in gang te steken en de gitaar boven te halen. En dan: in de donkere nachte onder volle maan de superwarme Pacifische oceaan in, in de hoge en wilde golven duiken, en het in de verte zien bliksemen. De pacifische oceaan, mannen, is super.

Toen we teruggingen naar het ‘hotel’, dat uiteindelijk neerkwam op het huis van Nelson, een vriend van onze Romeo, ging het zingen onverminderd door. En toen kwamen de zotte Guatemalteken op het idee om films, dieren uit te beelden (reken daar films bij als ‘virgen at forty’ en je kan je de hilariteit van het gezelschap voorstellen). En dat allemaal op koffie en thee. Ik wil mij niet teveel voorstellen hoe het dan moet zijn na enkele mojito’s ofzo. Kortom, ’t was redelijk laat (vroeg) als we in bed zaten, en lang moesten we niet slapen met de opkomende hitte… En een weetje: een tweepersoonsbed wordt hier niet verticaal, maar horizontaal beslapen. Rare mannen.

Vrijdag dan, opgestaan onder stralende hemel dus tijd om het water in te duiken. Het plan om te gaan vissen gauw laten varen aangezien de golven werkelijk zeer wild waren. Het (zwarte) zand kroop bovendien werkelijk overal zodat ik mij een levende zandbak ging voelen. Verder ook voor de eerste keer in mijn leven krabben gegeten. Daarna tijd voor een siesta op het ‘tweede verdiep’, net onder het rieten dak: superzot zicht op de zee en bovendien een zachte zeebries. Zelden mij zo relax gevoeld. De rest van de dag gevuld met: het zwembad van de buren induiken, de zee induiken, voetbal spelen op het strand, krabben en slangen en (supergrote) schildpadden tegenkomen, de aanvallen van ‘hamacas locas’ ofte zotte, wildgeworden hangmatten trotseren (het favoriete spelletje van onze advocaten, ik en mijn blauwe plekken vonden dat heel wat minder leuk). ’s Avonds dus bekaf in bed gekropen… en dan begon de miserie. Want..

Zaterdag was dan de dag waarop al het ongeluk van de wereld zich op mijn persoon richtte. Eerst en vooral: de nacht van vrijdag op zaterdag elk uur van de nacht zien passeren met hevige buikkrampen (type: ik-lig-gekronkeld-in-mijn-bed-en-kan-niet-meer-bewegen-anders-veel-meer-pijn) en bijhorende chronische toiletdrang. Dat enige toilet bevond zich dan nog eens in de enige badkamer van de kamer waar twee andere personen sliepen. Aangezien ik bovendien niet (nogmaals) op buikkrampen voorzien was had ik dan ook niets van medicamenten ofzo mee buiten een dafalgannetje (maar !! er was geen drinkbaar water meer over). Er zat dus niets anders op dan buikkrampen te proberen negeren, wat dus helemaal niet lukte. Ik heb dan ook amper geslapen. De ochtend op weg naar Guatemala was het ‘ikmoetdringendplassen’gevoel helemaal nog niet over, wat resulteerde dat ik op de terugweg om het half uur moest vragen om te stoppen. Eenmaal in Guatemala aangekomen werd iedereen mooi thuis gedropt, maar aangezien mijn huis ‘van de route’ afweek ging Romeo, onze chauffeur, mij persoonlijk met zijn auto thuisbrengen. Eerst en vooral zat ik daar dan doodziek in Sobrevivientes (waar zijn auto stond) te wachten, maar meneer had er niets beter op gevonden al zijn e-mails te controleren èn te beantwoorden. Ik dan maar gewoon naast hem gaan zitten om hem een beetje op te jagen, wat ook lukte. Nadat hij iedereen daag had gewenst en nog eens de verbouwingen was gaan checken mocht ik eindelijk in zijn voiture plaatsnemen, en toen wou de motor van zijn auto niet starten. Ondertussen al 13u ’s middags (en een voormiddag zonder drinken en chronsiche plasdrang lieten mij helegans gedehrydateerd voelen). Dan maar een beetje ziek naar huis gestapt, om thuis te komen en de deur niet open te krijgen. Aangezien ik dacht dat de deur van binnenuit gesloten was bleef ik maar bellen, maar niemand thuis. Carrie zit een week in L.A., Lucio zijn gsm is gestolen dus ik kon hem niet bellen, en van Caren heb ik geen telefoonnummer. Met hulp van de schouder van de overbuur dan toch binnengeraakt (deur klemde). Om daar een briefje aan te treffen van Caren, vragende of ik AUB VANDAAG NOG de HUUR wou betalen, dat het de LAATSTE dag was dat dat kon. Ik versteld staand, want ik had maandag al mooi mijn deel mèt een papiertje erbij op haar bed gelegd. Rampscenario’s voor ogen (hadden de vrienden van Carrie, die geen warm water hadden en bij ons kwamen douchen, het geld zien liggen en lekker meegenomen? Was het achter haar bed gevallen? Had ze het briefje niet gelezen (het was geschreven op donkerbruin papier) en het geld dat ertussen zat niet gezien en weggesmeten?). Op de koop toe moeten constateren dat er tussen twee tenen een enorme rode bobbel stond met een of ander zwart holletje erin – een beet van een of ander beest van op het strand dat nu opgezwollen was. Pijn pijn, en de dichtstbijzijnde apotheek uitzonderlijk gesloten. Ik dus in bed gelegen wachtend tot de eerste persoon thuiskwam om die naar een andere apotheek te sturen. Die kwam niet, dus net voor het donker dan maar zelf naar een apotheek gesukkeld – om na twee minuten reeds buiten adem te zijn. Bij gebrek aan een handdoek moest ik alvorens ik kon douchen maar mijn gezouten strandgerief en kleren te wassen, en achteraf te zien dat mijn favoriete t-shirt bij het drogen buiten de trommel geraakt was (hoe???) en dus goed is voor de vuilbak. Op de koop toe ’s middags een hoestje gekregen dat enkel verergerd is. Resultaat: een neus zo verstopt als het putje van onze douche. Man, wat had ik zin om thuis in mijn eigen bedje te liggen toen. Aah, wat was zaterdag een kakdag. Twee extremen op twee dagen.

Zondagochtend moeten constateren dat er nog steeds niemand was en ik mij dus heel alleen in ons huisje bevond. Geslapen, naar de feria (kermis) gegaan en naar een of andere reliefkaart van guatemala gaan kijken. Thuiskomen en merken dat er nog steeds geen spoor was van Caren of Lucio, dus na (alweer) een filmpje (hide and seek, en ik kon er niet van slapen) heel de nacht gefixeerd naar elk geluidje liggen luisteren. Toen ik eindelijk goed en wel in slaap gevallen was opeens wakker geworden van, wat ik dacht, krijsende kindertjes in de straat. Uiteindelijk bleek het onze kat te zijn…..

Het verhaal van onze kat

(te skippen naar keuze, want vies verhaaltje).

Onze kat is een of ander straatbeest dat Carrie heeft gevonden en meegenomen naar huis. Niet alleen stinkt het beest enorm, haar vacht heeft ook allemaal aangename beestjes. Zelf ik moet er niet al te veel van weten. En suma, de kattenbak wordt veel te weinig ververst wat een aangenaam geurtje oplevert. Bovendien is de kat ook niet gesteriliseerd, wat eveneens niet zo leuke geuren oplevert. Enfin, deze nacht dus. Ik superhard verschoten, naar beneden gevlogen om het licht daar aan te doen, en te zien dat de living bezaaid ligt met plukken haar èn een vloeibare substantie. De kat van de buren moet binnengekomen zijn door het tiencentimeteropenstaande raam om onze kat in een of ander moment van zinsverbijstering of lust te bespringen. Ik had de kat van de buren zien vluchten, maar vond nergens de onze terug. Tot ik opeens vanuit de kamer van Lucio een pipigeluidje hoorde. Het licht aangedaan om de kat helemaal bovenaan in het gordijn te zien hangen, al plassend. En stinken dat die kamer deed. Enfin, ik in bed gekropen en nog een half uur wakker gelegen. Deze morgen gezien dat onze kat volhing met haar eigen vuiligheid. En ik had helemaal geen zin om de boel op te kuisen.

Deze avond dan ook op mijn donder gekregen van Lucio die het niet leuk vond dat ik zijn deur had laten openstaan (en hij al de pipi en kaka in zijn kamer had gekregen). Terecht, maar het was niet ik die dat gedaan heeft he, stomme kat.

Groeten vanuit het land met meer gewapend bewakingspersoneel dan politie,

Katrijn


(dit moet zowat het langste weekverslagje ooit zijn)
(gisteren zo enthousiast dat België in de semifinale zat, nu blijkt dat ze verloren, pfuh)

2 opmerkingen:

Unknown zei

dag Katrijntje!

alles goed daar? Tis leuk af en toe te iets van je te kunnen lezen!
het gaat je daar precies goed , alhoewel, zo te lezen ben je wel al eens een paar keer goed ziek geweest hé!

ik wens je nog veel succes en amusement toe!
vele groetjes, Liesbeth X

Jeroen Meirlaen zei

als ge met de neus van de auto te diep in het water zit dan slikt de motor water ipv lucht en dan blokkeert ie. chance gehad denk ik dan zo...
rode duivels vierde geëindigd btw.